Ha die Ali(e), Bo, Mo, Jos, Renee,
Hoe je gaat heten weet ik niet, maar met die namen hierboven pas je bij meerdere genders.
Moi
Dat zeggen we hier in Salland als we elkaar begroeten. Er is een appartement in een Chroesjtsjov-flat in een buitenwijk van Moskou waar ze dat ook zeggen als ik binnenstap: Moi Gharrie, how g’are you. Don’t you wear your wooden shoes?
Ik ken Irina, Dmitiri, Olga en Asja vanwege een uitwisselingsprogramma voor studenten van scholen voor journalistiek hier in Zwolle en daar in Moskou. ‘Wat een boer niet kent…’ had ik die module genoemd. Wij namen drop mee naar daar, zij wodka naar hier. Maar we dronken gewoon thee met een koekje erbij, hier en daar.
Ik had Irina gevraagd jou een brief te schrijven, maar dat wilde ze niet: “Ik zou haar wensen in de eerste wereld geboren te worden”, schreef ze me, “en niet hier, in de tweede wereld. Dus dat wordt geen fijne brief. Laten we dat maar niet doen.” Pas geleden, een eindje verder in de oorlog met Oekraïne, schreef ze me zelfs zich een tweederangs wereldburger te voelen, genaaid door haar landsbaas, maar net zo hard door de bazen van de rest van de wereld, die het haar en mij onmogelijk maken elkaar nog ergens in de wereld te ontmoeten. Sancties hebben altijd al bewezen dat ze niet helpen, aan het eind van oorlogen zijn ze zelfs vaak de kiem voor het volgende conflict. Dat wereldleiders zich niks van die wetenschap aan trekken, zou dat zijn omdat het mannen zijn? Ik zie ook vaak aan pappa’s, dat ze hun kinderen precies andersom opvoeden dan de meest verstandige manier. Met een boel regels, die sancties tot gevolg hebben. Je voedt dan kinderen op die door jouw hoepeltje leren springen, tot ze het zat zijn. Verantwoordelijkheid leren nemen, werkt zo veel beter.
Nou, lekker hè?, deze brief. Dat je maar weet dat je er bent. Heb je intussen al een beetje om je heen gekeken, waar je wieg staat? Die van mij stond in Nederland, mazzeltje. Wel in Salland, dan heb je minder kansen omdat die lui in het westen de baas spelen hier. Maar ik kan er goed mee leven. Het heeft ook zijn voordelen: weg van de ratrace.
Stel dat je opgroeit in Iran en je bent een meisje, dat zou ik je niet gunnen. Maar ik hoorde gisteren een reisverhaal van een kennis over Iran. Hij liep met omgerekend 2000 euro aan Iraans geld op zak (iedere keer pinnen kon niet) en vond dat onveilig. Een taxichauffeur bood aan het geld op de bankrekening van zijn dochter te zetten, gaf mijn kennis voor de duur zijn reis haar bankpasje mee, zodat hij overal bij het geld kon. Na een maand troffen mijn kennis en de taxichauffeur elkaar weer in Teheran om het pasje over te dragen. Zo’n lief land zou ik je wel weer gunnen.
Ik was in Nepal, goh, wat gun ik dat jouw wieg daar staat. Een arm land, maar er is eten genoeg. Wat heb ik daar gelukkige mensen getroffen. En Cuba, daar schrijven wij vanuit de witte wereld boze dingen over, maar wat ontbrak het daar de mensen aan helemaal niks.
Als je geluk niet in consumeren zit, wat ontstaat er dan oneindig veel meer om gelukkig van te worden! Wij denken aan meer asfalt in plaats van met z’n tweeën in een auto, in Cuba neemt iedereen iedereen mee. Wij hebben te weinig personeel in de horeca in plaats van de veel horeca. In Rusland is jouw huiskamer voor iedereen en je deelt achter de voordeur alles.
Van Immanuel Kant heb ik geleerd dat je de grootste vrijheid ervaart binnen de strengste regels, mits je die regels accepteert. Daarom verlangen best veel Russen terug naar het communisme. Als jouw wieg hier ‘in de eerste wereld’ staat, heb je volgens een checklist heel veel vrijheid, maar dat is nog wat anders dan hoe je dat ervaart. Ons land staat op zijn kop omdat boeren en burgers de regeldruk niet meer accepteren. Ze hebben daarom de vlag ook op zijn kop gehangen. Dat mag niet op de openbare weg, daarom verplaatsen ze die vlaggen naar in het weiland langs de weg: dat soort vrijheden zijn we hier aan het bevechten.
Als je hier als jochie geboren bent en je ouders hoger opgeleide witte eigenhuis-bezitters zijn die de Nederlandse taal spreken, dan heb je alle vinkjes voor de meeste kansen, dan gaan de meeste deuren voor je open, wordt jouw mail gezien bij een sollicitatie, hoef je niet bij iedere grensovergang je paspoort te tonen, houdt de politie je niet drie keer per week aan met jouw grote auto en vertrouwt de belastingdienst je, ook als je fraudeert. Wat een kansen heb je dan! Maar of je daar gelukkig van wordt?
Familie van me heeft in de jaren vijftig geluk gezocht in Canada, net als nu veel jongeren van over de wereld hier geluk komen zoeken. Ik heb ze laatst bezocht. In sprak er autochtonen, die waren zó blij met die Nederlanders, wat een doorzettingsvermogen, wat een gemeenschapszin, het had de lokale samenleving een boost gegeven die ze er anders niet van hadden zien komen. De eerste generatie sprak de taal niet, tot aan de derde generatie hielden ze zich stringent aan regels uit het katholieke geloof van de jaren vijftig, maar daar hadden die Canadezen verder helemaal geen last van. Leven en laten leven. Toen ik die autochtonen vroeg hoe autochtoon ze eigenlijk waren in verband met het indianenreservaat even buiten de stad, viel er een stilte. Soms gaat die filosofische gedachte over vrijheid van Kant niet op. Want er moeten wel regels zijn waar je mee uit de voeten kunt.
Een Syrische vriend is gestopt met zijn vrijheid in zijn land te bevechten en is gevlucht. Of die uit een Westers of Russisch vliegtuig was losgelaten, zullen we nooit weten, maar was hij gebleven dan had hij het leven gelaten vanwege een bom. De enige regel voor dat land was ‘stabiliteit hebben’ omdat dat de beste garantie voor andere mogendheden is om grondstoffen te roven.
Hij was daar journalist en is dat hier nu weer aan het worden. Hij is iedere keer verbaasd wat hij hier allemaal mag zeggen en ik ben iedere keer verbaasd dat hij daar verbaasd over is. De burgemeester van zijn woonplaats nodigde hem uit voor kennismaking. Mij vriend schrok zich dood: als je bij de overheid genodigd wordt dan moet je maar zien of je nog weer buiten komt. Dat verhaal heeft hij op de afscheidsreceptie van de burgemeester op het podium verteld en kreeg een staande ovatie.
Het gevoel dat mij toen bekroop is dat het applaus gold voor de woorden die zo mooi gekozen waren. Maar intussen zit hij wel in de schuldhulpverlening omdat hij het wegens een angst-trauma allemaal niet op tijd op de rit kreeg, terwijl die receptie tien keer zo duur moet zijn geweest als zijn hele schuld.
Ik weet, je hebt ook altijd eerst mooie woorden nodig, voordat je tot daden kunt overgaan. Vraag dat maar aan Feijenoord. Maar het blijft zo vaak bij die mooie woorden. En als het dan tot daden komt, moet je nog maar zien of het je lukt de kritische massa mee te krijgen om tot echte veranderingen te komen. Vraag dat maar aan Gandhi, Marten Luther King, Nelson Mandela, die waren toch echt wel van de daden, maar of het geleid heeft tot dat wat ze voor ogen hadden? Ik betwijfel het.
Ik hoop dat jij een leven gaat leiden dat bij je karakter past. Dat je lekker gelukkig wordt binnen de regels die onder jouw plafond gelden. Of dat je opstaat en ten strijde trekt. In dat geval hoop ik niet dat jouw achternaam Pyrrus is. Misschien is Cruijff dan zo’n gekke achternaam nog niet. Want die grote filosoof zei dat er vaak eerst iets moet gebeuren voordat er iets gebeurt. Als jij bedraad bent volgens het actiemodel, ach, wat zou ik dan toch graag hebben dat jij iets laat gebeuren.
En wat zou ik je dan graag helpen.
Heb jij ook een boodschap voor de 8 miljardste wereldburger? Stuur dan een brief (samen met een goede foto van jezelf) naar mijnbriefaan@de8miljardste.nl. Lees alle ingezonden brieven op de8miljardste.nl.