Door de aanleg van riolering nam de hygiëne toe. Ook gingen we netter om met ons voedsel. Drinkwater werd schoner. Werken in de fabriek werd een stuk veiliger. De gemiddelde levensverwachting steeg enorm. De laatste 150 jaar is onze levensverwachting daarom verdubbeld! Dat heeft voor tachtig procent te maken met dat soort sociaal maatschappelijke veranderingen. ‘Slechts’ twintig procent van onze hogere levensverwachting komt door de zorg. Toch besteden we van de 100 miljard zorgkosten maar twee procent aan preventie. We zijn veel drukker met kankers genezen dan ze te voorkomen, terwijl 42 procent ervan vermijdbaar is. We hebben corona bestreden met mensen isoleren en inenten, maar zijn noch tijdens, noch na de pandemie bezig geweest met gezonder leven en dus weerbaarder worden.
Nu kun je van mening zijn dat de overheid de zorg moet regelen en dat we individueel verantwoordelijk zijn voor onze gezondheid. Maar dat houdt geen stand als je ziet dat mensen die het financieel minder hebben zeven jaar korter leven waarbij ze de laatste levensjaren ook nog eens minder gezond zijn. Dat houdt ook geen stand als je bedenkt dat er in 2040 een op de vier mensen in de zorg moet werken, om te blijven leveren zoals we het nu doen.
Het is ook vanwege het collectiviteitsprincipe dat we in de zorg hanteren heel redelijk te verwachten dat de overheid zich bemoeit met onze gezondheid: we zijn allemaal verplicht verzekerd waarbij de gezonde mens meebetaalt voor de ongezonde, ook als die bewust kiest voor ongezond.
De zorg heeft haar lobby goed voor elkaar
Dat de zorg zichzelf veel belangrijker heeft weten te maken dan gezondheid, komt misschien wel doordat de zorg een betere lobby heeft dan dat gezondheid die heeft. Met zorg kun je als marktpartij immers geld verdienen, dat ligt bij gezondheid een stuk ingewikkelder. Aan een nieuwe heup verdien je veel meer dan aan een appel per dag.
Het was een – voorspelbaar – onzalige gedachte de zorg over te laten aan marktmechanisme. Die neoliberale gedachte gaat niet op als er geen concurrentie is en daarbij gaat alles wat een economisch model heeft vroeg of laat kapitalistisch werken. Het doel wordt dan geld verdienen in plaats van goede zorg bieden. Daarom waren er te weinig IC-bedden in coronatijd, het systeem was te efficiënt gemaakt en had in de modellen voor lief genomen dat er wel wat mis kon gaan. De discussie over wie wel en wie niet op de IC was dus met open ogen vooraf ingecalculeerd.
Om kosten te besparen zijn ook allerlei mechanismes ingevoerd die moeten voorkomen dat er te veel zorg verstrekt wordt, waarbij management by excel zijn entree deed. Gemiddeld ben je na zes behandelingen van de enkelklachten af, dus moet een fysiotherapeut het voortaan met zes behandelingen doen. Maximaal. Maar in de praktijk blijkt: vaak ook minimaal. Sportfysio’s die aan een club verbonden zijn schijnen heel slim te zijn in het maximaal benutten van die ruimtes na een blessure van een sporter. In de fysiowereld zeggen ze er achter de schermen dat je rugklachten na fysiotherapie zeven dagen duren, anders zou he een week geduurd hebben.
Als behandelingen bij een psychiater in pakketjes van acht bezoeken vergoed worden, zie je dat patiënten veel vaker uitbehandeld zijn bij zeven/acht of vijftien/zestien bezoekjes, dan bij vier of tien.
Specialisten staan niet op een loonlijst, ze worden betaald per behandeling. Dus, schrijft Jim Reekers in ‘De medische omerta’, dat als een vleesboom na behandeling blijft bloeden een baarmoeder verwijderen lucratiever is dan de bloeding eenvoudig stoppen door een interventieradioloog.
Cardiologen in niet-academische ziekenhuizen krijgen miljoenen euro’s van de medische industrie op hun bv’s en stichtingen gestort, zonder dat de ziekenhuizen daarvan op de hoogte zijn.
Omdat de overheid vanuit bezuinigingsgedachte persoonsgebonden budget uitdeelde, werden gratis mantelzorgende familieleden ineens betaald ingehuurde krachten.
En intussen schijnen verpleegkundigen een kwart van hun tijd aan administratie te besteden.
Het roept de vraag op of in de zorg de zorg nog wel centraal staat. Vaak niet dus. De goeden niet te na gelaten uiteraard, maar zelfs die hebben last van de overheid die haar wantrouwen met regeldrift afkoopt. De mens en zijn omgeving zijn geen onderdeel van de standaarden die het wantrouwen moeten wegnemen. Of omdat die mens niet interessant is voor de zorgverlener, of omdat de zorgverlener helemaal niet meer de tijd heeft voor de mens.
Over gezondheid gesproken: Drugsdealer Heineken is hoofdsponsor van de F1 op Zandvoort. Max Verstappen woont in belastingparadijs Monaco en betaalt dus niet mee aan ons zorgsysteem.
Gezondheid gaat voor zorg
Als je zorg nodig hebt, moet de zorg goed zijn. Maar zorg is slechts een middel binnen het hogere doel dat gezondheid heet. Dus als we het over zorg hebben, moeten we het eerst hebben over gezondheid, over een leven waarin zorg zo lang mogelijk buiten de deur blijft. Je moet eerst kijken hoe je gezond blijft, vóórdat je aan zorg toekomt. Als je weet dat 42 procent van de kankers vermijdbaar is, kom je al snel tot heel andere acties dan de jaarlijkse collectie van het Kankerfonds om geld op te halen voor onderzoek om kankers te genezen.
Maar zo kijken we niet naar gezondheid en zorg. Als land geven we jaarlijks 100 miljard uit aan zorg. Twee procent daarvan gaat naar preventie. Het instituut voor positieve gezondheid komt met een prachtig plan waar het wél over gezondheid gaat: laten we van heel Nederland een Blue Zone maken.
Blue Zones, een aantal streken in de wereld hebben die titel omdat er procentueel veel meer 100plussers wonen. Onderzoek is er niet eenduidig over, maar algemeen wordt aangenomen dat een rustig leven, fijne sociale contacten, veel buiten zijn, gezond eten en drinken en weinig stress doorslaggevend zijn.
Hoe mooi is de gedachte daar met heel Nederland aan te werken? Wordt nog wel een dingetje, want veel Nederlanders die een tijdje weg zijn geweest en terugkomen, verbazen zich over de hardheid en directheid in ons land. We hoorden zelfs van een Hagenaar die om die reden wilde emigreren, maar door toeval in het oosten van ons land terecht kwam en daar ook al wel tevreden was.
Maar ja, met een gezond Nederland verdient de zorg geen geld. Dus dat is een goed idee, dat doen we dus maar niet.
In het Filosofisch Kwintet over gezondheidszorg kwamen wat voorbeelden van goede ideeën op tafel.
– Van honderdvijftig mensen werden de schulden kwijtgescholden. Het ging om vijf ton. Gewoon kwijtgescholden. Deze mensen namen daarna voor drie miljoen minder voorspelde zorg af. Gewoon omdat ze de kans kregen andere keuzes te maken.
– Een wijk waar heel veel dementie was, is gevraagd hoe ze zelf zouden omgaan met al die dementen. Ze mochten daarbij over het budget beschikken dat anders via individuele GGZ-zorg zou zijn besteed. Er werden allerlei initiatieven ontwikkeld waardoor mensen elkaar ontmoetten en zorg voor elkaar kregen. Winst op de voorspelde zorgkosten: 16,5 miljoen.
Niet de mens werd er gezond gemaakt, maar de samenleving.
De overheid moet helpen
Hoe krijg je mensen, of hoe krijg je een samenleving zo ver voor de eigen gezondheid zorg te dragen? Daar heb je de overheid bij nodig. Niet de overheid die we nu hebben en alles aan de markt overlaat, maar een overheid die doet waarvoor ze feitelijk bedoeld is: namens de samenleving zaken op de beste manier voor die samenleving te regelen. Daar hebben we met z’n allen de overheid immers voor bedacht.
De zorg is geregeld door de overheid. Ook omdat we vinden dat we recht hebben op zorg. Je bent verplicht verzekerd te zijn en met dat geld wordt de zorg ingericht. Dat is maar goed ook, want individueel zijn we helemaal niet collectief ingesteld. Zo claimen we individueel meer zorg dan we ervoor betalen. En als we er voorbeelden bij zien, zijn we snel geneigd te zeggen dat die persoon maar eerst moet stoppen met roken of eerst maar eens moet afvallen. Er gaan geregeld geluiden op sporters financieel voor hun eigen blessures op te laten draaien, terwijl sporters over de hele linie stukken minder zorg afnemen.
Met het zorginfarct dat er aan komt kun je je afvragen hoe lang we nog vol kunnen houden dat we recht hebben op zorg. In 2040 moet één op de vier Nederlanders in de zorg werken om aan de vraag te blijven voldoen. Want we worden allemaal ouder, we gaan met z’n allen steeds meer met chronische ziekten onder de leden en dus veel langzamer naar de dood en de aanwas van jongeren stagneert. Maar ja, als al die mensen in de zorg nodig zijn, gaan we dan minder basisonderwijs aanbieden, universiteiten sluiten, de politie minder zaken op laten lossen? Of toch minder zorg bieden? Rijke mensen bereiden zich al voor met particuliere tehuizen voor ouderenzorg. De wachtlijsten voor opvang zijn groot, maar niet in de particuliere zorg. Het is wel wat duurder, maar als je het personeel iets beter betaalt, heb je in elk geval geen tekort. Of zou het zover komen dat we na onze 75ste denken dat we ons dingetje hier op aarde wel gedaan hebben, dat we ruimte moeten maken voor jongeren, zoals in de film Plan75 gesuggereerd wordt.
Laten we daarom eens nadenken over recht op gezondheid, in plaats van dat als een individuele zaak te zien. Want zo staan we er nu in: zorg is voor de overheid, gezondheid, dat moet je zelf maar regelen. Maar daar klopt niks van, er is alle reden dat tot een collectieve zaak te zien en dan móet de overheid aan de bak, omdat het anders niet goed komt, dat bewijst de zorg. En áls je dat collectief gaat doen, dan moet de hele samenleving eraan meedoen, dus ook overheden, ondernemers en onderwijs.
Recht op gezondheid is de zoektocht openen naar het evenbeeld van de eerste riolering en daardoor de welvaartssprong. Vraag is dan: wat is het rioolstelsel van deze tijd?
De huidige samenleving heeft er een aantal. Je moet dat zoeken in arbeid, minimum inkomen, onderwijs, betaalbaar en gezond wonen, veilig eten: de grootste gezondheidswinst loopt via die lijnen van de welvaart. Maar ook het grootste gezondheidsverlies…
– Neem het gegeven dat tachtig procent van wat supermarkten verkopen niet in de schijf van vijf staat. Dat betekent dat tachtig procent niks met gezond eten te maken heeft. Het is spul dat je naar binnen schuift om de maag te vullen: suiker, zout en vet. Het is heel simpel daar verandering in aan te brengen door eerlijke prijzen in te voeren. Als je in de prijs van een product de oorzaken en gevolgen doorberekent, wordt gezond vanzelf goedkoper ten opzichte van ongezind.
– Mensen met een kleine portemonnee hebben een kortere levensverwachting. Ze gaan zeven jaar eerder dood en leven de laatste jaren ook nog eens in een mindere gezondheid. Je kunt dus enorm sturen op gezondheid door te werken aan de armoedeval. Als je niet aangewezen bent op goedkope troep waartoe de supermarkt je verleidt, kan iedereen met een gezonde broccoli in het mandje bij de kassa aankomen.
– Ons straatbeeld is ongezond makend. De prikkels om ongezonde dingen te eten en te drinken zijn enorm. In grote delen van ons land zijn de dorpsfeesten gebaseerd op zoveel mogelijk drinken. In de armste woonwijken kom je meeste snackbarren tegen. Kantines van scholen en sportclubs kun je ook gerust snackbar noemen.
– De financiële wereld moet zich ook medeschuldig voelen. Pensioenfondsen beleggen in frisdrank.
– Omdat we veel ziektes in bedwang hebben, omdat we ook steeds ouder worden, sterven we veel vaker aan chronische ziektes. Dat zijn onder meer dementie en parkinson. Die ziektes worden rechtstreeks in contact gebracht met landbouwgif. We staan aan de vooravond van een landbouwtransitie, maar juist de partijen die het dichtst bij de boer zeggen te staan, bepleiten technische oplossingen voor de transitie in plaats van gezondere productie zonder landbouwgif.
– Waar je wieg staat maakt wel degelijk uit. Als die in een wijk staat waar armoede troef is, is dat vaak ook een wijk dicht bij industrie, de huizen zijn er het vochtigst en het meest lawaaiig. Je krijgt in je jeugd veel minder ondersteuning van je ouders want die hebben wel wat anders aan hun hoofd en qua studie hebben ze wellicht ook niet de kennis en kunde, noch geld je op bijles te doen. Dus de kans dat jij uiteindelijk wel met die broccoli aan de kassa staat, die is niet zo heel groot. Ook al omdat veel van de mensen die zich ‘omhoog’ werken uiteindelijk weer ‘terugvallen’ omdat ze zich in dat andere milieu helemaal niet thuis voelen.
– Mensen met minder inkomen zijn heel geregeld ook mensen die minder skills hebben zich te verdiepen in wat gezond is.
– Niet alleen roken en drinken, ook vervuilde lucht en een ander klimaat hebben effect op onze gezondheid. Borstkanker is van 1 op 12 opgeschoven naar 1 op 8 vrouwen die er mee te maken krijgen. Bij Russische roulette, zitten er daar geen zes kogels in de carrousel?
– De industrie die achter schulden aanjaagt is duurder dan het totale budget van schulden in ons land.
De grootste en meest agressieve schuldeiser is de overheid. Als we recht op gezondheid collectief maken, dus onder leiding van de overheid aanpakken, zullen we daar dan beginnen?
Dit artikel is geschreven, mede met dank aan het Filosofisch Kwartet van Omroep Human. Daar praatten filosoof Marli Huijer, bestuurskundige Albert Jan Kruiter, chirurg Baukje van den Heuvel en filosoof Menno de Bree over zorg en gezondheid. Je kunt hier die uitzending bekijken.