De aarde is jaren in balans geweest in de productie van zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2). Bomen, bossen, oerwouden en tropische regenbossen veranderen CO2 in zuurstof. Zoogdieren doen dat juist andersom.
Dat evenwicht was perfect. Miljoenen jaren geleden was het rottingsproces dat leidde tot olie in de aarde onderdeel van die cirkel, net als stevige uitbarstingen van vulkanen. Die rotting was ‘zuurstof-arm’ en er was genoeg bos dat met de omgekeerde beweging voor een status qua zorgde. Het verstoken van olie en gas sinds de industriële revolutie, is allerminst zuurstof-arm, terwijl er steeds minder bos is om al die CO2 weer om te zetten naar zuurstof.
De mens als supervulkaan
(tekst gaat verder onder de foto)
Ook de uitstoot van vulkanen kon de aarde met gemak aan, daar hadden we die longen in het Amazonegebied voor. Na de Tweede Wereldoorlog, toe de industriële revolutie pas echt op gang kwam, zijn we ons als mens echter gaan gedragen als een soort ‘supervulkaan’. We zijn massaal olie en gas gaan gebruiken en snoepten tegelijk van het wereldwijde bosareaal. Daar heeft de aarde niet van terug. We stoten meer CO2 uit dan de aarde kan verwerken, dus blijft die als een deken om de aarde hangen. Zonwarmte kan er nog wel in, maar niet zo goed meer uit: het broeikaseffect, met opwarming van de aarde als gevolg. Als je die uitstoot op een grafiek ziet, krijg je de hockeystickcurve: een rechte lijn (de stick) van pak ‘ beet een miljoen jaar en sinds 1960 ineens een sterke stijging, gelijk aan het slagdeel van de stick.
Hoe gaan we dat probleem oplossen? We hebben tot 2030 om een afslag te vinden op de doodlopende weg. Daarna zijn er veel minder afslagen over en is een ommekeer naar het oude normaal niet meer mogelijk. Albert Einstein stelde al dat ‘als je doet wat je altijd deed, dan krijg je wat je altijd kreeg’. Dus moeten we doen wat we (de afgelopen 75 jaar) niet deden: dealen met de aarde. Die kan een beetje mens wel aan, maar dan moeten we het niet te gek maken. Want dan stuurt de aarde ons weg en gaat hij (of is het een zij?) verder zonder ons. Een drietal rapporten van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPPC) luiden ook de alarmbel: als we nu wat doen kan het nog, maar als we wachten zijn we te laat.
Stikstof is het grootste probleem
(tekst gaat verder onder de foto)
En we hebben nog wel meer zaken aan te pakken. Het stikstofoverschot is volgens veel ecologen het grootste probleem waar de Nederlandse natuur momenteel mee kampt. Calcium spoelt uit de bodem weg, belangrijk voor botten van veel dieren en het
veroorzaakt astma. Stikstof veroorzaakt dat snelgroeiende planten de traagbloeiers overwoekeren, zoals bloeiende kruiden, waardoor het aantal insecten vermindert. Er is overmatige algengroei en zeesnot verstikt vissen. En zo gaat de lijst verder.
Boeren uitkopen
Hoogste tijd om maatregelen te nemen. Gelukkig gebeurt dat ook. Minister Van der Wal van Natuur en Stikstof heeft 25 miljard tot 2035 uitgetrokken alleen al voor de landbouw, om desnoods boeren uit te kopen. Je kunt ook de landbouw hervormen. Twee vliegen in één klap? De landbouw grondstoffen laten verbouwen voor de bouwwereld. Want in de bouw moeten (overigens net als in de industrie, verkeer, zee- en luchtvaart) ook stappen gemaakt worden: natuurinclusief bouwen bijvoorbeeld, materiaal gebruiken dat herwinbaar is en dat je na sloop van een huis weer terug kunt geven aan de natuur.
Boeren kunnen ook produceren voor de bouw
Onderdeel van die miljarden is boeren te helpen om te schakelen naar innovatieve systemen voor duurzaamheid. Biobased bouwmateriaal verbouwen is daar een prachtig voorbeeld van. Hout, stro, hennep, het zijn perfecte bouwmaterialen. In de groei slaan ze CO2 op, door er een huis van de bouwen, blijft dat opgeslagen en wel in het product zitten. Dat je met hout huizen kunt bouwen is evident. Stro is een perfect isolatiemateriaal. Met hennep kun je kalk-hennep bouwen. In Friesland wordt zelfs al lisdodde (die bruine sigaren in de slootrand) verbouwd om te isoleren.
Je hebt ermee positieve effecten op wat de boer verbouwt op zijn land en wat je gebruikt in de bouw, maar je maakt meteen ook grote winst in wat de boer níet meer verbouwt (monocultuur als maïs en Engels raaigras) en wat de bouwwereld niet meer gebruikt (baksteen en cement). Dan verbouwt niet iedere boer nog voedsel, maar levert hij andere bouwstenen voor de samenleving. Letterlijk bouwstenen, om er gebouwen mee te bouwen.