Door Guido Bindels
Er kan wel degelijk worden afgeweken van de regels
“Euh, uw kind lacht.”
“Gelukkig wel.”
“Maar dat mag niet, er zijn regels waaraan de foto moet voldoen als u een paspoort komt aanvragen.”
“Maar mevrouw u ziet toch dat ik van haar nooit zo’n foto kan maken.”
“Regels zijn regels meneer, we kunnen daar echt niet zomaar van afwijken.”
Ze is en blijft onvermurwbaar en samen met mijn kind druip ik tenslotte af.
In de dagen die volgen maak ik honderden foto’s van mijn meisje.
“Heeeey meisje… waar zijn de oogjes?… Briiiiiehgiettt?… waar ben je?… hallo?… meisje… meisje van pappa… kijk dan… schchaaatje… waar zijn je oogjes? Neeeeee, niet lachen.”
Na veel geklungel en gedoe slaag ik er uiteindelijk in om bij een volgend bezoek een pasfoto voor te leggen die bij dezelfde dame, zij het pas na interventie van de baas, door de beugel kan.
Maar daarmee is de klus nog niet geklaard. Brigitte moet ook zelf een handtekening in haar paspoort zetten.
“Maar mevrouw, u ziet toch dat ze dat niet kan, ze kan niet eens gericht iets vastpakken, ze kan geen pen vasthouden, laat staan er ook nog een krabbel mee te zetten.”
Ze vertrekt opnieuw geen spier en weer ‘zijn regels nu eenmaal regels’ en ‘er kan niet van worden afgeweken’.
“Mevrouw, er zijn toch wel meer mensen met een handicap in dit land die toevallig 18 jaar worden en een paspoort nodig hebben? Dit moet u toch al eerder bij de hand hebben gehad? Ik heb een vakantie naar Griekenland geboekt met mijn dochter en de datum van vertrek komt akelig dichtbij, dus kunnen we dat alsjeblieft regelen?”
Ze kijkt me niet begrijpend en nu zelfs boos aan.
“Nee, ik heb dit nog niet eerder bij de hand gehad. Mensen die zo ernstig gehandicapt zijn als uw dochter liggen in een verpleeghuis in bed of wonen in een tehuis en die gaan zeker niet op vakantie naar Griekenland, die komen de deur niet uit, hebben geen paspoort nodig.”
Ik krijg het er nog steeds benauwd van
Nu, zoveel jaren later, kan ik het nog steeds benauwd krijgen van die laatste zinnen… ‘mensen die zo ernstig gehandicapt zijn, wonen in een tehuis, gaan niet op vakantie, hebben geen paspoort nodig’. Het brengt mij, zoals meestal, op dat ene woordje dat de afgelopen jaren zo belangrijk voor me is geworden: Empathie. In dit geval een volledig gebrek daaraan.
Gelukkig is er sinds dit incident, zoals ik het altijd ben blijven noemen, het een en ander veranderd. Toen ik een boek over mijn meervoudig gehandicapte dochter schreef en hiermee aanschoof in het televisieprogramma Pauw, werd vooral dit stukje eruit gelicht. En toen ik kort daarna in een blog opkwam voor een andere ouder die, nota bene zoveel jaren later, hetzelfde meemaakte, ging het opeens snel. De blog werd vele malen gedeeld op Facebook en er ontstond een soort van collectieve verontwaardiging. Opeens was er een nieuwe ‘paspoortaffaire’.
Zoals dat zo vaak gaat, werd het een kortstondige ‘hype’, die gelukkig wel lang genoeg duurde om de politiek in actie te laten komen. Er kwamen Kamervragen. En minister Plasterk stuurde in allerijl een brief aan alle gemeenten in Nederland. Op medische gronden kon van de strenge pasfoto-regels worden afgeweken. Er was dus, kortom een uitzonderingsregel. De gemeenten moesten daar nog eens goed naar kijken en die, indien nodig, ook gewoon toepassen.
Paspoort verlengen
“Goedemiddag meneer Bindels, hallo Brigitte, hoe is het?”
Mijn dochter glundert van al deze aandacht. We worden al bij de ingang opgewacht door een dame die ons naar de betreffende balie begeleid. Het paspoort van Brigitte moet worden verlengd en voor de zekerheid hebben wij onze komst vooraf aangekondigd.
De pasfoto met een vrolijke Brigitte wordt met een glimlach in ontvangst genomen.
“Wat een hartelijke, leuke meid.”
De vrouw achter de balie heeft de benodigde papieren al klaarliggen. Ze schuift het apparaatje dat een vingerafdruk moet scannen opzij.
“Dat zullen we maar niet doen, want dat zal ze wel niet prettig vinden.”
Ik knik, terwijl ik denk dat Brigitte dat misschien juist wel een leuk spelletje zou vinden.
Ze geeft me het paspoort zonder naar een handtekening te vragen.
Ik sla het open en zie naast de foto van een breeduit lachende Brigitte staan: Niet in staat tot ondertekening.
“Was dat alles?”
“Ja, dat was alles. Nog een fijne dag.”
Lichtelijk verbaasd loop ik naar de uitgang. Waar de dame die ons bij aankomst had opgewacht weer staat.
“Is alles naar wens en volledige tevredenheid verlopen meneer Bindels?”
“Ja hoor, dank u wel mevrouw.”
Zo’n bijzondere ontvangst had voor mij niet gehoeven, maar natuurlijk ben ik blij dat het deze keer allemaal zo soepel is verlopen. Helaas hoor ik zo nu en dan nog steeds van mensen dat dit bij hen niet het geval is, dat ze nog steeds tegen de woorden ‘regels zijn regels’ aanlopen. Geen genoegen mee nemen! Regels hebben ook zo hun uitzonderingen. Ook deze. Daar hoort zelfs de meest onwrikbare ambtenaar zich aan te houden. Doet hij of zij dat niet, trek je dan niet verslagen terug, maar trek juist aan de bel.