Regelmatig valt te lezen dat mensen het vertrouwen in de politiek zijn kwijtgeraakt. Verwijten zijn dan het niet nakomen van beloftes, of het gaande de rit veranderen van opvattingen of aanpakken. Merkwaardige verwijten, eigenlijk. Natuurlijk, overal zijn integere en minder integere mensen, dus ook in de politiek en het bestuur. Maar politici en bestuurders houden zich bij uitstek bezig met zaken die ongewis zijn. Ze hebben geen glazen bol. Ze kunnen zich dan ook op veel gebieden niet baseren op zekerheden.
Anders is dat voor een producent van een technisch product. Deze heeft de zekerheid dat als een fiets, auto of stuk software over een jaar dezelfde wijze wordt gemaakt als nu, het ook dan over dezelfde eigenschappen zal beschikken. Onzekerheid tot het ‘product’ is er niet. Wel onzekerheid over of het publiek daar in de toekomst tevreden over zal zijn zoals voorheen, of dat er wellicht een concurrent komt met een beter, of meer gewild product (misschien ook nog voor een lagere prijs). Maar de producten zelf ‘genereren’ een hoge mate van voorspelbaarheid en dus zekerheid. Hun aanwezigheid heeft hun maakbaarheid bewezen!
Daarmee lijkt het alsof we in onze materiele werkelijkheid van veel zaken zeker kunnen zijn. Als we de lichtschakelaar omzetten, gaat de lamp uit/aan, als we een foto van onze vakantie op het internet posten, weten onze ‘vrienden’ waar we geweest zijn, etc. Echter, zaken als gezondheid, plezier en levenslust, zijn uiteindelijk op essentiële momenten onvoorspelbaar. Geen zekerheden. Op zulke momenten komt vertrouwen, of geloof om de hoek kijken. Maar juist omdat er zo enorm veel (digitale) werkelijkheid om ons heen gecreëerd is, die aan- of afwezig een zee van ‘zekerheden’ vormt, kunnen we slecht met onzekerheid overweg. Geloof en vertrouwen zijn naar de ‘achtergrond’ verbannen. En naar de overheid, mooipraterij en de politiek. Eigenlijk – naast gezondheidsproblemen en stress met betrekking tot presteren – is het vooral in bestuurlijke en politieke bemoeienissen, dat we met het ongewisse van de toekomst worden geconfronteerd. Waar gaan we naar toe? Komt er oorlog? Epidemie? Natuurrampen? Zo ja, wiens schuld is dat dan? Immers, in de wereld van de zekerheden is het altijd de ‘schuld’ van iemand, als een product stuk gaat, of vervangen wordt door een ‘beter’ product.
Politici zijn over het algemeen verre van dom. Ook misbruiken ze meestal niet het in hun gestelde vertrouwen. Nogmaals, ook zij beschikken niet over een kristallen bol waarmee zij de toekomst kunnen kennen, zodat wij slechts hoeven te vertrouwen dat ze eerlijk zeggen wat zij zien.
Daarentegen leiden al onze zekerheden – technologieën – bij elkaar opgeteld tot een niet volhoudbare werkelijkheid. Alle bronnen die onze planeet biedt, worden jaarlijks eerder opgebruikt (world overshoot day). Afvalproducten, milieuvervuiling, vermindering van (bio- en culturele) diversiteit en klimaatverandering, ze zijn allen gevolgen van deze ‘zekerheden’, die ons daarmee schijnzekerheid bieden. Moeten bestuurders en politici dan als enige (ja misschien ook het Nederlands elftal) boeten voor dat ze ons misplaatste vertrouwen tarten dat de Technologische Zekerheden als bomen tot in de hemel blijven groeien? Laten we vooral weer gaan inzien dat we veel meer vertrouwen en geloof nodig hebben. Veel zekerheden zijn feitelijk fopspenen, ze lijken ons te voeden, maar doen dat niet. Het komt nu aan op Verbinden – religare – en vertragen. Op elkaar vertrouwen geven, zeker ook de mensen die hun nek durven uit te steken in de politieke arena. Ik vertrouw de gemiddelde politicus, bijna ongeacht de politieke partij, op het werken vanuit goede intenties, ook al weet ik dat hij/zij er ongetwijfeld vaak naast zal zitten. Ik hoop (vertrouw) dat hij/zij dan van opvatting verandert. Geen verwijt. De toekomst, het blijft een zaak van vertrouwen…