Toch ga ik proberen die andere pet op te zetten, die neiging heb ik ook omdat ik Russische vrienden heb, mensen die ook helemaal niet blij zijn dat hun land in oorlog is. Die lijken nog wel bozer op hun leider dan wij hier. Ik probeer te denken vanuit de gelukspijlers gelijkwaardigheid en gedrag.
Een paar overwegingen:
Moskou is dichtbij, maar we zijn zelf in Syrië in oorlog
We vinden wat anders van déze oorlog omdat hij dichterbij is. Op Europees grondgebied, maar ook in kilometers dichtbij. Moskou is net zo ver weg als Malaga en de grens met Oekraïne is niet verder weg dan bovenin Italië. We ervaren dat anders omdat we altijd met de rug naar die landen hebben geleefd.
Syrië is veel verder weg, je moet er de Zwarte Zee voor over en Bulgarije en Turkije doorkruisen. Daar is ook oorlog. Sterker nog, daar doen (of deden) wij als Nederland aan mee. Onze F16’s vechten daar. Afstand is een van de pijlers voor nieuws. Een dodelijk busongeval in de Himalaya is geen nieuws, dat zou die in Rotterdam wel zijn. En als er in die Himalaya-bus een Nederlander zat, was het ook weer nieuws. Bekendheid, een andere pijler voor nieuws.
Omdat de oorlog dichtbij is krijgt die meer media-aandacht, trekken hoge legerfunctionarissen hun werkkleding met medailles aan en schuiven ze aan in talkshows die extra lang duren. Dan wordt zo’n oorlog veel meer oorlog.
Probeer eens door een Russische bril te kijken
We krijgen de oorlog vanuit Westerse visie voorgeschoteld, zoals we Rusland voortdurend vanuit Westerse ogen krijgen voorgeschoteld. Dat gaat verder dan je op het eerste oog inschat. Denk aan James Bond, de Rus is daar altijd tegenstander. Russen hebben dat andersom overigens niet. Denk aan het wodka-gebruik van de Rus, dat is door gezondheidscampagnes al heel hard veranderd. Zet de tijd die Poetin aan de macht is eens naast die van Merkel of Rutte. Of onze koning…
Ik ging eens met studenten op reis naar Moskou toen Poetin al een paar dagen niet meer in het openbaar gezien was. De geruchtenmachine bereikte een hoogtepunt toen een aantal vrachtwagens op het Rode Plein stond met de laadklep bijna tegen het Kremlin aan. Daar zou Poetin in aan- of afgevoerd worden. In werkelijkheid waren ze een kermis aan het opruimen. En als je voor- of tegenstanders met vlaggen een demonstratie ziet lopen, weet dan dat die vlaggendragers daarvoor betaald krijgen. Dat is vaste prik, loop met een vlag mee in welke demonstratie dan ook, en krijg je geld als je hem inlevert.
Je ziet andere dingen dan de werkelijkheid.
Wij zijn zelf vaak de agressor
Onze Westerse blik op Rusland trof me toen ik op Cuba over de Cubacrisis hoorde. Chroesjtsjov had kruisraketten op Amerika gericht, die moesten weg anders zou de Koude Oorlog een echte oorlog worden. Ik had er met geschiedenisles niet bijgeleerd dat Chroesjtsjov met die raketten reageerde op de kruisraketten die ‘wij’ op de Sovjet-Unie hadden gericht vanuit Italië en Turkije.
Die laatste missing link in mijn kennis, heeft een vergelijk in deze oorlog. De vraag wie is er eigenlijk begon, is een andere vraag dan wie er eind februari met militair wapengekletter begon. Oekraïne is een onafhankelijk land, geen lid van de NAVO en geen lid de EU. Zulke buffers bevorderen het gevoel van veiligheid. Rusland had er na de Koude Oorlog rekening mee gehouden dat de voormalige lidstaten van de Sovjet-Unie die buffer zouden blijven. Maar stuk voor stuk werden ze EU-lid. De Maidan-revolutie van pro-Europese activisten in Kiev was een kantelpunt. ‘Onze’ Hans van Baalen klom daar op de platte wagen om de betogers he EU-lidmaatschap in het vooruitzicht te stellen.
Hoogleraar internationale betrekkingen en veiligheid Rob de Wijk zei daarover tegen de NOS dat Van Baalen het effect van zijn optreden onderschat. Pieter Waterdrinker wijdt er met Poubelle zelfs een heel boek aan, zijn hoofdpersoon gebruikt exact de woorden van Van Baalen op die platte wagen. Waterdrinker stond er toen naast, hij heeft me de tape laten horen. Met Russische ogen is het redelijk te veronderstellen dat de EU oprukt naar jouw grenzen en dat het zo langzaam maar zeker tijd wordt de piketpaaltjes te slaan.
De samenleving wil geen oorlog, onze leiders willen dat
Dat brengt me tot slot bij de mensen in landen waar oorlog gevoerd wordt, en misschien ook wel bij mensen in landen waar helemaal geen oorlog gevoerd wordt, bij de mensen die samen de wereld bevolken. Ik weet van mijn geschiedenislessen van tsaar Nicolaas II en tsarina Alexandra die Raspoetin aan de hofhouding toevoegden om hun zoon te genezen, ik weet van Lenin en Stalin, tot aan Michail Gorbatsjov en Boris Jeltsin. Maar wat weet ik eigenlijk van de burgers in die landen? Niks, behalve dan dat ik Alexei, Tanja en hun dochtertje ken in Rusland en een paar van hun vrienden. Lievere en meer oprechte mensen bestaan er niet. Ze zijn boos op hun leider dat die de oorlog begon. Ze willen helemaal geen oorlog! Wat weet ik van de samenleving in Syrië. ’t Is een land vol milities waar de VS en Rusland oorlog voeren om de macht, waarbij de democratie niet centraal staat, maar stabiliteit, want daarmee haal je het veiligst olie uit de grond. Maar de burgers? Ja, ik ben bevriend met een gevluchte Syrische journalist. Op de Middellandse Zee heeft hij een baby gered, maar diens moeder is verdronken. Toen hij vanuit het AZC zijn toegewezen huis in Olst kwam bekijken, had hij terug naar het station al een politieauto langszij. Wat meneer hier kwam doen. Een keer was ik bij een whats-app-familie-meeting. Moeder en zus in de meest veilige provincie Idlib en broer in de Emiraten. Als die mensen het voor het zeggen zouden hebben, was er geen oorlog.
Laat het volk beslissen
Dat vraag ik me dus af: als je een samenleving hebt die is gebouwd op pijlers van geluk, met mensen die omzien naar elkaar en zich bemoeien met hun eigen leefomgeving. Dat die samenleving een ‘dienend leider’ kiest, een autoriteit met natuurlijk gezag, die koerst op geluk van mens en de samenleving.
Stel dat… zo’n samenleving zou toch geen oorlog dulden?
Ik denk ook dat zo’n samenleving in de afrekening met de Russische oorlogsleider op allerlei manieren zal voorkomen een zaadje tot ontkiemen te brengen op weg naar een volgende oorlog.