Social Media, sommigen althans, leveren in de kern een prachtig product. Maar ze zijn te groot geworden: het gaat niet meer om dat prachtige product, maar om geld. Als je het goede van die sociale media koppelt aan een publiek platform dat Geluk Centraal voor ogen heeft, dan sla je twee vliegen in een klap.
Social Media worden vaak verward met journalistiek, maar ze zijn niet meer dan een transportmiddel. Dat geldt voor alle media. Trouw brengt wel journalistiek, maar alles in Trouw is geen journalistiek. Bij KRO/NCRV doen ze ook wel aan journalistiek, maar niet alles wat KRO/NCRV doet is journalistiek. Twitter en Facebook maken helemaal geen journalistiek. Die maken helemaal niks. Ze verspreiden alleen maar, ook journalistiek.
Een krant is eigenlijk wel bedoeld om journalistiek te bedrijven, maar om lezers te binden en dus adverteerders te trekken, hebben ze ook een strip en een puzzel. Een omroep in het publieke bestel is bedoeld om met publiek geld een zuil te informeren én te plezieren, maar Boer zoekt Vrouw is meer een marketingtool voor de landbouwindustrie, Twitter en Facebook hebben helemaal geen journalistiek doel. Het zijn niet meer dan transportmiddelen.
Media zijn dus het transportmiddel, waarbij Social Media de digitale media zijn. Eigenlijk kreeg journalistiek er dus nieuwe transportmiddelen bij. Maar er gebeurde meer: door social media raakte de journalistiek haar alleenrecht kwijt. Iedereen die dat wilde kon gaan zenden. En het was ook ineens afgelopen met het eenrichtingverkeer. Want mensen konden reageren. Dat het knap was dat de krant vandaag al het nieuws van gisteren had, je kunt het je haast niet meer voorstellen.
Maar tegelijk zeulen we nog wel dagelijks zo’n papieren krant van drukkerij naar brievenbus. Want de transitie is allemaal nog niet zo heel lang geleden in gang gezet. Facebook is in 2004 opgericht, Twitter is van 2006, Instagram (Instant camera / telegram): 2010. Tiktok: 2017. Heel nieuw dus allemaal. Intussen hebben ze al een heleboel teweeggebracht. Ze zijn lang nog niet uitontwikkeld. Die drie fasen wil ik eens tegen het licht houden: dat het nieuw is, dat ze veel teweeg brengen, waar dat naar toe gaat.
Nieuws (nieuwe dingen) ontwikkelt zich in drie fasen. Het begint met het nieuws, met de feiten, daarna kijk je hoe dat kwam en wat we er mee moeten (de korte termijn van oorzaak en gevolg), pas dan is het tijd op wat langere termijnen te kijken. De stikstofmaatregelen kunnen we zien als nieuws: de feiten zijn dat er volgens onze eigen wetgeving teveel stikstof uitgestoten wordt en dat daarom maatregelen getroffen moeten worden. Dat die maatregelen ineens genomen worden heeft te maken dat de rechter de overheid daartoe dwingt (oorzaak, korte termijn). Gevolg is dat ‘we’ niet meer mochten bouwen en dat boeren met trekkers de weg op gingen (gevolg, korte termijn).
Als je wat langere termijn in acht neemt kun je zeggen dat de stikstofuitstoot het gevolg is van industrialisatie (waaronder de landbouw) en dat de oorzaak op termijn desastreus is voor de overlevingskans van de mens op aarde.
Je kunt dat denkproces veel vaker toepassen, en dat zou niet verkeerd zijn voor journalisten dat ook echt te doen. Neem corona. “We moeten met vijftig procent van de informatie honderd procent beslissen”, zei Rutte aan het begin van de pandemie. Met corona waren de feiten ons land binnengekomen. En ons kabinet moest oorzaak en gevolg voor de korte termijn managen. Maar dat neemt niet weg dat er al decennia gewezen is op dat dit er aan zat te komen. En inmiddels zien we dat onze regering helemaal niet aan het evalueren is of de genomen maatregelen wel zoden aan de dijk zetten. Oorzaak en gevolg voor de lange termijn lijken helemaal uit het oog verloren. Dus voeren we niet de discussie over industriële landbouw in relatie tot corona (oorzaak). En is er ook geen goed gesprek meer over de voor- en nadelen van thuiswerken (gevolg).
De huiswerkopdracht is nu zo’n gedachten-exercitie voor ‘de wolf terug in Nederland’ te maken. Dan kom je er snel achter dat de aandacht voor de wolf over gisteren en morgen gaat: paniekvoetbal, met boeren aan het woord wiens schapen geslacht worden door de wolf. Maar bijna nooit in relatie tot dat de boer die geslachte schapen kan declareren bij de overheid én dat die schapen ook alleen maar bedoeld zijn voor een broodje shoarma. Je ziet ook bijna nooit een verhaal vanuit het ‘waarom’-perspectief op lange termijn: waarom is die wolf ineens terug? Doen we iets goeds met de natuur? Komt het door de manier waarop we landbouw bedrijven? Dat eerste zou verrassend zijn. Dat tweede een koekje van eigen deeg.
Bij Social Media hébben we nog niet eens een lange termijn-visie, want ze bestaan nog maar kort.
Op die korte termijn kun je er al wel van zeggen:
– dat ze van iedereen een zender gemaakt hebben;
– dat iedereen kan zenden, maar ook veel meer kan ontvangen;
– dat ze het verdienmodel van traditionele media compleet onderuit gehaald hebben;
– dat de traditionele media daarom veel commerciëler zijn geworden.
Dat zijn allemaal gevolgen.
Wat zou de oorzaak zijn?
– Voor de korte termijn vermoedelijk niet veel meer dan dat internet ineens mogelijk maakte dat we allemaal zender werden.
– Voor de lange termijn misschien wel de behoefte van de samenleving van onderaf mee te mogen praten in een topdown-samenleving, aangestuurd door mensen met zeven blauwe vinkjes: ABN pratende, witte, hoger opgeleide heteroman uit de Randstad, geboren uit dito ouders.
Het moet voer voor psychologen zijn om te zien hoe we ons als samenleving ineens gedragen op social media. We delen ons complete leven, tot het intiemste aan toe, en we schelden elkaar voor rot en bedreigen elkaar, tot de dood er gerust op mag volgen. Ik heb zo maar het vermoeden dat dat geen nieuw gedrag is. Ik denk eerder dat we dat gedrag altijd al in ons hadden, maar dat social media het mogelijk heeft gemaakt dat we het uitdragen. Het gesprek van de mannelijke voetbalkantine en de vrouwelijke praattafel van de verjaardag is ineens getransporteerd naar de openbare ruimte. In Rusland heb ik ervaren hoe het sociale leven achter de veilige voordeur heel anders bleek te zijn dan op straat, social media maken die beweging precies andersom: dat wat we altijd al in beslotenheid tegen elkaar zeiden, zeggen we nu in de openbare ruimte.
Waar het met de socials naar toe gaat? Met vijftig procent van de kennis is het moeilijk daar een honderd procent antwoord op te geven. Maar ik denk dat de socials zichzelf kapotmaken. Hyves stierf, Facebook gaat met pensioen, aan Twitter is geen lol meer te beleven, LinkedIn is niet meer het alternatief voor je CV met visitekaartje, Insta is niet meer die leuke fotoverdeler. Het takelt allemaal af. Het zou me niet verbazen als we er over een jaar of tien allemaal helemaal klaar mee zijn. Menig twitteraar is nu al zo ver.
Het is daarom goed nu na te denken over behoud van het goede. En tot die tijd zullen we maatregelen moeten nemen om het ontsporende element te beteugelen. De ene helft van Nederland scheldt de andere helft voor rot. Zelf was ik eens slachtoffer omdat een anonieme trol een tweet verknipt en geplakt had. Dat kwam me op digitale achtervolging te staan, de politie kwam poolshoogte nemen of de dreiging met fysiek geweld ook omgezet werd in actie. Mainstream lokale media vonden dat voor hun clicks prachtig en schreven sensationele leugens waarmee ze bij het bestaan van een officiële beroepsgroep voor journalistiek in de problemen zouden zijn geraakt.
Wie die anonieme knip- en plakkers waren, daar is verder nooit werk van gemaakt. Mijn bedreigers waren ook voornamelijk anoniem. Het leek me dat sommigen er een speciaal prepaid-nummer voor gebruiken. Want terugbellen werkte niet.
Ik ben enerzijds voorstander van dat iedereen moeten kunnen zeggen wat hij wil. Binnen wettelijke grenzen, waarbij vrijheid van meningsuiting ook limieten heeft. Dan weet je tenminste wat er leeft in de samenleving. Al die boze mensen op twitter kun je wel voor wappie uitmaken, je kunt je ook zorgen maken over de mentale toestand van de samenleving en je afvragen hoe precies dát probleem bij de hoorn moet worden gevat.
Maar aan de andere kant ben ik ook voor volledige openbaarheid. Anonimiteit moet worden opgeheven. Iedereen moet altijd precies weten wie de boodschapper is. Dan zet je geen tweet online die je ook niet als spreuk op je t-shirt zou willen dragen en dan laat je een facebook-post achterwege als je weet dat je moeder mee kan lezen.
Wie zich er binnen die voorwaarden nog op wil manifesteren, be my guest.
Maar omdat het zo’n mooi feestje nog niet is en omdat dat misschien ook niet zo’n feestje gaat worden, zou ik van reguliere media verwachten dat ze nooit, maar dan ook nooit iets doen met anonieme posts op de socials, hoe lekker dat ook is voor de lees-, luister- en kijkcijfers. Bedenk dat al die socials commerciële miljardenbedrijven zijn en geen neutrale feitenverspreiders. Hun algoritmes zijn afgesteld op clickbaits!
Op weg naar een nieuw platform: publieke omroep 2.0
Ik stel daarom voor wettelijk vast te leggen dat anonimiteit op openbare platforms verboden moet worden. Tegelijk vraag ik van de serieuze journalistiek om tot die tijd anonieme posts negeren. Daarmee zijn de negatieve effecten van de socials beteugeld. Denk ik.
Wat me minstens zo belangrijk lijkt is dat we nu vooral ook met man en macht weer een platform neer moeten zetten waar de samenleving de ruimte krijgt met elkaar in contact te zijn. De socials hebben bewezen dat die behoefte er is, de mainstream media hebben bewezen die rol niet te vervullen.
Ik zie daar een heel mooie rol voor de publieke omroep. Dat bestel is antiek, dateert uit het pre-digitale tijdperk en speelt nog het spelletje van de verzuiling, maar niet heus. Het is kijk- en luistercijfers gedreven en moet een deel van de kosten terugverdienen met reclame voor producten waar de samenleving niet bepaald beter wordt. Anders dan nu het geval zou dat nieuwe platform niet in Hilversum of Amsterdam moeten beginnen en dan topdown de provincie in, maar juist andersom per dorp, wijk of stad een basis moeten hebben, van waar het bottom up landelijk gaat.
We doen niet meer aan kluitjesvoetbal en gaan niet achter de brandweer aan. Onderwerpkeus moet veel meer samenleving-gedreven zijn. De thema’s worden constructief journalistiek begeleid. En er is gerust langer aandacht voor thema’s als daar aanleiding voor is.
Het zou dan bijvoorbeeld voortdurend over het klimaat kunnen gaan. Over de feiten, over de oorzaken en de gevolgen op korte termijn en op lange termijn. Daar lijkt me alle reden toe!