Dagelijks zetten we jonge mensen in een systeem dat nauwelijks rekening houdt met wie ze zijn, hoe ze leren, of wat hen werkelijk motiveert. We verwachten dat ze stilzitten, presteren, scoren. We meten, vergelijken en labelen, van kleuter tot puber. En als ze niet mee kunnen of willen? Dan vallen ze uit. Letterlijk. Thuiszitters, burn-outs, depressieve pubers. Dat is geen pech, dat is een patroon.
“Van leerplicht naar leedplicht: onderwijs op de rand van mishandeling”
Ons huidige onderwijslandschap is strak verkaveld en sterk verouderd en sluit totaal niet meer aan bij wat de huidige samenleving vraagt. Er is één pad naar succes: het diploma. Eén manier van leren: zittend, luisterend, toetsend. Voor alternatieven is nauwelijks ruimte. Initiatieven die iets anders proberen, waarin doen, maken en ervaren centraal staan, moeten knokken voor bestaansrecht. Ze passen niet in de hokjes van de Inspectie. Ze worden niet structureel gefinancierd. Ze bestaan bij de gratie van pionierschap, doorzettingsvermogen en lokale veerkracht. Maar juist deze plekken, deze broedplaatsen van vernieuwing, laten zien wat onderwijs óók kan zijn.
Leren door maken
Een prachtig voorbeeld is het Maak-Lab in Arnhem. Hier leren kinderen en jongeren door te ontwerpen, te onderzoeken, te creëren. Ze bouwen, solderen, programmeren, maken kunst, repareren oude apparaten en bedenken oplossingen voor echte problemen. De nadruk ligt niet op ‘goed of fout’, maar op nieuwsgierigheid, eigenaarschap en plezier. “Hier bloeien kinderen op die elders vastlopen. Niet ondanks hun ‘anders-zijn’, maar dankzij hun unieke manier van leren”, volgens directeur en initiatiefnemer Mariska de Vries. “Het Maak-Lab is geen remedie voor een leerprobleem. Het ís het leerproces. Hier worden hoofd, hart en handen verbonden, precies zoals onderwijs ooit bedoeld was.”
Een ander mooi voorbeeld is STRONK in het Brabantse Dongen. Deze alternatieve leerplek biedt jongeren die in het reguliere onderwijs zijn vastgelopen een nieuwe kans. Geen standaardklassen, geen cijfers, geen toetsen, maar een veilige omgeving waar jongeren via projecten, gesprekken, maken en meedoen opnieuw vertrouwen krijgen in zichzelf en in hun vermogen om bij te dragen aan de wereld om hen heen.
Bij STRONK draait het om verbinding: met jezelf, met anderen, met de gemeenschap. Jongeren ontdekken er dat leren geen straf is, maar een manier om te groeien. STRONK is geworteld in het sociaal domein, waar welzijn en ontwikkeling voorop staan.
“Niet de lesstof is leidend, maar het leven zelf”
Wat initiatieven als Maak-Lab en STRONK zo krachtig maakt, is dat ze onderwijs weer tot mensontwikkeling maken. Ze erkennen dat kinderen geen robots zijn die informatie moeten verwerken, maar voelende, denkende, makende mensen met dromen, angsten en talenten. Ze bieden ruimte voor vertraging, eigenaarschap, zingeving en verbondenheid, precies de waarden die we in het reguliere systeem zijn kwijtgeraakt. En ze laten iets cruciaals zien: het kán anders. Je hebt geen miljoenen nodig, geen ingewikkelde technologie, geen ministerieel besluit. Wat je wél nodig hebt, is moed. En vertrouwen in kinderen. Het wrange is dat we met ons huidige systeem steeds vaker schade aanrichten. We ‘pushen’ kinderen over grenzen, jagen ze door Cito-tunnels en rekenen ze af op wat ze niet kunnen. In plaats van hun kracht te benutten, vergroten we hun twijfel. In plaats van veiligheid, geven we prestatiedruk. In plaats van perspectief, een doodlopende weg.
Dat is geen ‘pech’. Dat is het gevolg van beleid, van structuren, van keuzes. En dus ook van verantwoordelijkheid. Als een systeem structureel niet werkt voor duizenden kinderen, moeten we niet het kind aanpassen aan het systeem, dan moeten we het systeem aanpassen aan het kind.
“Van ladder naar landschap”
We moeten af van de onzichtbare ladder die bepaalt wie er hoger staat: de academicus boven de timmerman, de beleidsmaker boven de sociaal werker, het hoofd boven de hand. In plaats daarvan moeten we een landschap bouwen waarin ieder talent telt. Waarin we leren van elkaar, in plaats van langs elkaar heen. Waar een brandnetel even waardevol is als een appelboom. Dat vraagt om modulair onderwijs. Om ruimte voor praktijk. Om waardering voor vakmanschap. Om systemen waarin niet het diploma, maar het kind centraal staat.
Laten we eerlijk zijn: ons onderwijssysteem is niet meer van deze tijd. Het werkt niet meer, en het beschadigt. We weten het. En toch laten we het gebeuren. Maar het kan anders. Het moét anders. En de verandering begint met luisteren naar wat kinderen zélf laten zien in plekken als Maak-Lab en STRONK. Laten we deze prachtige initiatieven niet zien als uitzondering, maar als richting. Niet als alternatief, maar als begin.