Door Jan Willem de Graaf
Hoe kan geluk centraal staan in onze wereld? Geluk is een serieus onderwerp geworden, ook in arbeid. Zo zijn er geluk op werk trainingen en gelukscoach opleidingen. We wensen elkaar vaak geluk, en heel vaak verhullen die wensen dan dat we daar vooral zelf daarop hopen. Deze aandacht voor geluk kan erop duiden dat geluk minder vanzelfsprekend is geworden. Is geluk bereikbaar, of is daarentegen ongeluk vermijdbaar?
Geluk nastreven brengt on-geluk
Door te stellen dat je voor geluk kunt werken, stellen we anderen of onszelf verantwoordelijk voor ons eigen of andermans geluk. Dit lijkt me een onhoudbare positie. Het omgekeerde kan wel, je kunt jezelf of een ander heel ongelukkig maken, bewust of onbewust, maar ongeluk kan je ook overkomen. Ook geluk kan je overkomen. Nastreven van geluk, zo leerden Boeddha en Aristoteles ons al, is letterlijk zinloos, en brengt juist on-geluk. Makkelijker is het onszelf verantwoordelijk te stellen voor het produceren van zin, of energie. Geluk wordt vaak gezien als een bijproduct van zin, hoewel bij het ervaren van een zinvol leven, of zinvolle arbeid, het ervaren van geluk niet continu kan zijn. Gelukspsychologen hebben empirisch onderbouwd laten zien dat als mensen geluk in het werk ervaren, ze beter werken en productiever zijn, zich meer geven in de arbeid! Zin ervaren hangt samen met geven (bv een zinvolle bijdrage leveren aan de wereld, je kinderen, het werk), vandaar de koppeling met energie. Het ervaren van zinloosheid, daarentegen, zet aan tot ongelukkigheid en compensatiegedrag, tot nemen, of consumeren (trachten geluk te kopen, pogen te ontsnappen aan de ervaren ongelukkigheid). Dus geluk centraal zou kunnen beginnen met een balans in geven en nemen. Maar hoe dan? Geven naar vermogen en nemen naar behoefte?
Afhankelijk geworden van zaken buiten ons zelf
Daar raken we een kernprobleem. Onze behoefte aan energie, afwisseling, evenwicht, uitdaging en ook aan luxe, comfort, vermaak en vakantie is afhankelijk geworden van zaken buiten onszelf, van Netflix tot vakantieresorts en van (smart) devices tot en met geluks-cursussen. Geëxtrapoleerd naar de nog steeds groeiende wereldbevolking zal dit op termijn leiden tot uitputting van vele bronnen die onze planeet te bieden heeft.
De afgelopen paar honderd jaar hebben we geleerd dat elk probleem steevast aangepakt kan worden met innovatieve technologie. Telkens losten we problemen op, en kregen we grotere problemen terug, die we op dezelfde wijze aanpakten. Problemen met paardenpoep in de massamobilisatie eind 19de eeuw, bijvoorbeeld, werden opgelost met de “schone” verbrandingsmotor, die nieuwe problemen bracht door haar succes: exponentiële uitbreiding die liet zien dat “schoon” een relatief begrip was…
Meer geven dan nemen
Geluk centraal betekent dat we meer gaan geven dan nemen. Als we ophouden met problemen op te lossen met steeds complexere oplossingen – technologieën – die als ze niet meer voldoen om nog complexere oplossingen vragen, dan is dit de belangrijkste beweging die naar mijn mening denkbaar is. Hoewel we geluk niet rechtstreeks kunnen nastreven, kunnen we veel doen om zin en daarmee de kans op geluk te verhogen. Eigenlijk komen we daarmee op de aloude 7 deugden: voorzichtigheid, rechtvaardigheid, gematigdheid, moed, geloof, hoop, naastenliefde.
Het ligt niet buiten ons zelf
Mijn antwoord op de beginvraag zou zijn: drastisch minder externaliseren, dus niet voortdurend verwachten dat onze problemen buiten onszelf moeten worden opgelost (bv door innovatieve technologieën) en tegelijkertijd veel meer naar ons eigen gedrag kijken. Met een knipoog naar de deugden, we moeten zorgen dat we gaan “deugen”, dan zal geluk centraal komen te staan!
Jan Willem de Graaf is Lector Brain & Technology bij Saxion University of Applied Sciences, op het kruisvlak van psychologie en AI.