Nauwelijks voorstelbaar, met alle onvervulde vacatures van dit moment, maar veel futurologen beweren dat in de nabije toekomst veel arbeidskracht overbodig zal worden. Arbeid zal grotendeels door slimme techniek en robots uitgevoerd worden.
De Israëlische historicus Yuval Harari, bijvoorbeeld, schrijft in zijn 21 lessen voor de 21ste eeuw dat grote delen van de bevolking niet meer zullen werken. Een basisinkomen zou dan een oplossing kunnen bieden, ook om zo toch alle producten van die grotendeels Artificiële Intelligentie en robotijver te kunnen kopen. Laten we eens kijken wat dit met name psychologisch betekent voor al die mensen die niet meer nodig zullen zijn voor arbeid. Uit onderzoek bleek dat futurologen en ook economische experts net zo slecht de toekomst voorspellen als een gewone burger. Echter hadden ze achteraf een betere “verklaring” waarom ze er zo naast zaten.
Voor sommige problemen kan een basisinkomen een goede oplossing zijn, bijvoorbeeld om armoede aan te pakken van mensen die niet de kansen hebben gehad in onze complexe samenleving om zonder vooroordelen via school uiteindelijk volledig mee te mogen doen. In het Britse tijdschrift waarvoor ik een wekelijkse column schrijf, staat deze maand een reeks artikelen waaruit blijkt dat de kloof tussen kinderen uit kansrijke versus kansarme gezinnen (lage sociaal economische status) steeds groter wordt, en sinds Corona nog verder is toegenomen. Vrijstelling van de plicht om te solliciteren en kansloos te moeten aansluiten op een arbeidsmarkt die jou kennelijk niet moet, kan een zetje zijn in de richting om wellicht te mogen werken aan je eigen zingevingsperspectief. Maar natuurlijk zal dit niet vanzelfsprekend gaan, zeker niet in een wereld waar geldt “to have, or to have not”. We moeten niet onderschatten hoe belangrijk voor onze zingeving werken is. We vestigen en legitimeren ons al handelend, schrijvend, of via het plaatsen van posts. Als je daar verminderd of geen toegang toe hebt, is het fijn als je door een basisinkomen tenminste niet langer in letterlijke armoede hoeft te leven, maar er is natuurlijk veel meer nodig dan dat. Met alleen geld los je gebrek aan perspectief niet op, dat zal toch via andere kanalen aangepakt moeten worden.
Harari heeft het over een basisinkomen als oplossing voor een heel ander probleem dan armoede, namelijk voor mensen die niet meer nodig zijn om via arbeid bij te dragen aan hun wereld. Hiervan bewust, waarschuwt Harari voor de gevaren van technologieontwikkeling. Deze zal tussen kansrijk en kansarm een kloof bewerkstelligen, die de mensheid nooit eerder kende (ondanks haar “rijke” geschiedenis in verschil tussen “To have or to have not”). In Brave new world (1932) schilderden Aldous Huxley en George Orwell in 1984 (uit 1948) dergelijke dystopische technocratieën. Bij hun ging het nog om een onderklasse die als loonslaven in een helse onderwereld zich kapot moesten werken en juist door arbeid ieder perspectief op een zinvol bestaan ontbrak.
Een basisinkomen als oplossing voor het probleem van een klasse die niet meer hoeft te geven, terwijl anderen dat wel zullen blijven doen, creëert nieuwe (psychologische) ongelijkheid. Willen wij als mensheid zo’n toekomst? Technologie die ons uit handen en hoofden neemt wat ons verbindt: samen werken aan het vorm geven van onze levens, en die van onze kinderen en ouderen. Willen we dat? Wie bepaalt wie nog wel om zijn/haar verdiensten geprezen of extra beloond mag worden?
Inmiddels gaat technologie ongemerkt over in technocratie, en holt ze onze democratie uit. Het lijkt alsof er niets te kiezen valt. De toekomst dient zich onder vele vlaggen aan: AI, digitale transformatie, innovatie. Hoe aantrekkelijk het ook klinkt, is een basisinkomen niet feitelijk al deels een oplossing voor een probleem dat we nu nog kunnen afwenden? Zijn we misschien aan het anticiperen op de breedst omvattende terreur die ooit grip op de mensheid zal krijgen: allesoverheersende technocratie? Gelukkig ben ik ook geen futuroloog en kan ik ook niet de toekomst voorspellen. Een basisinkomen is prima om armoede te bestrijden. Een basisinkomen waarmee een wereld wordt gecreëerd waarin een elite van (tech) bedrijven de massa slechts nodig heeft als verslaafde consumenten aan hun “diensten”, laten we het daar alsjeblieft nog een keer echt met elkaar over hebben!
Ik kan de redenering niet volgen dat een basisinkomen zou leiden tot “een wereld waarin een elte van techbedrijven de massa slechts nodig heeft als verslaafde consumenten.
Als we zo een wereld creeeren staat dat los van een basisinkomen. Je kan zo een basisinkomen vervolgens hooguit gebruiken om de armoede die daar het gevolg van is te bestrijden.
De vraag is veel meer waar we in het leven bevrediging in vinden. Ik moet zeggen dat ik veel meer bevrediging vind door als vrijwilliger met een oudere die in een rolstoel zit een wandeling te maken dan als werknemer bij Mc Donalds hamburgers te verkopen. Daar zou de discussie over moeten gaan. Maar dat heeft niets met de invoering van een basisinkomen te maken. Dat maakt mensen gewoon gelukkiger tonen allerlei experimenten aan.
Dank Peter, voor jouw reactie.
Het artikel begint precies met dat voordeel van het Maatschappelijk Inkomen zoals jij ook omschrijft. Jan Willem de Graaf maakt zich ook zorgen: als technologie ons werk uit handen neemt, zou je wel eens een wereld kunnen krijgen met mensen die die technologie maken en mensen die verder eigenlijk niet zo veel meer om handen hebben, vanuit de gedachte dat werk je zingeving biedt. Ook de verkoop van hamburgers biedt je meer dan enkel de verkoop van hamburgers. Je hebt collega’s, om maar eens wat te noemen. Werken maakt gelukkig, tonen ook allerlei onderzoeken aan.
Een basisinkomen leidt niet tot… het is meer een waarschuwing dat een basisinkomen minder bezwaar oplevert een wereld te creëren waarin…
Overigens, ‘daar zou de discussie over moeten gaan’ is een opmerking die we graag horen. Maar dan schakelen we ook gelijk door: hoe zou jij die discussie verder brengen?