De politieke verdeling is in Nederland van oudsher gebaseerd op de verschillende zuilen die we in de maatschappij kennen. Zo zijn de SP en de PvdA vooral arbeiderspartijen, is de VVD de ondernemerspartij bij uitstek, het CDA bedient het confessionele en veelal agrarische gedeelte van de bevolking, etc.
De laatste jaren zien we echter een opkomst van niet-zuilgebonden partijen, dat begon met Pim Fortuyn, later kwamen de PVV, Ja21 en FVD. Doordat zij niet naar de maatschappij als geheel kijken maar zich veelal toespitsen op een of enkele standpunten, ligt het gevaar van polarisatie daar dan ook dik bovenop. Met de komst van de BBB hebben we echter een geheel nieuw fenomeen in onze politieke verstandhoudingen. Niet een wereldbeeld, maar een marketingstrategie is de onderliggende drijfveer van deze partij. En toch hoor je daar zowel de stemmers (niet) als de journalistiek (nauwelijks) over.
Boer Burger Beweging zo heet de politieke partij van Caroline van de Plas. Maar voor iedereen is het overduidelijk dat ‘de boer’ de belangrijkste doelgroep is. De partij is opgericht door de mensen achter marketingbedrijf ReMarkAble uit Deventer. Een groot gedeelte van de partijtop is dan ook rechtstreeks afkomstig van dit bedrijf en de partij woonde zelfs een tijdlang in bij de marketeers.
ReMarkWaardig?
Op hun website stelde ReMarkAble ronduit dat de BBB is opgericht om ook in de Tweede Kamer invloed uit te kunnen oefenen, de stem van het platteland te laten horen. Niet vreemd daarbij is dat die stem dan vooral de stem is van de klanten van het bedrijf. En daar vallen nu net de grote jongens uit de zogenaamde Big Agri onder. Deze klanten zullen vooral hun eigen belangen willen beschermen. En de mensen die de verkiezingsprogramma’s kritisch hebben doorgenomen, herkennen dat dan ook direct. De BBB staat vooral voor het consolideren van de huidige situatie waarin een heel groot gedeelte van de agrariërs vast zit aan grote bedrijven als veevoederfabrikanten, pharmaceutische bedrijven als Bayer, internationale kalver- of varkensmesters en -slachterijen met enorme productiecapaciteiten, grootwinkelbedrijven én de aan deze bedrijven gelieerde banken.
De agrariër die wij zien – de hardwerkende boerenfamilies met een paar stallen – zitten als een soort van loonslaaf vast aan het systeem dat de Big Agri heeft gebouwd – en waar hun aandeelhouders of eigenaren bergen geld mee verdienen. Die afhankelijkheid gaat tot aan patenten van bedrijven als Bayer op zaden…
Je hoort boeren vaak zeggen dat ze geen eerlijke prijs voor hun werk krijgen en dat ze daarom wel moeten intensiveren en meedoen aan de schaalvergroting. Je hoort ze ook zeggen: als we wel een eerlijke prijs zouden krijgen, dan deden we daar zeker niet aan mee. Dan zouden we ons bedrijf heel anders inrichten, met minder dieren en zoveel mogelijk natuurinclusief. Boeren die zich hebben ontworstelt uit het systeem van de Big Agri, nemen dan ook vaak genoegen met minder winst. Maar zeggen zelf dat ze er goed van kunnen leven én dat ze veel gelukkiger zijn dan toen ze nog wel in het systeem gevangen zaten.
Voedende handen
Als je vastzit in een systeem waarin je niet vast wilt zitten, dan stap je er toch uit, zou je denken. Maar zo simpel is het niet natuurlijk. Mede door allerlei regelgeving uit Europa en Nederland is het nog niet makkelijk om op een andere manier te gaan boeren. Boerenbedrijven zijn bij uitstek familiebedrijven die vaak al generaties op dezelfde plek hun vak uitoefenen, niets is een grotere eer voor een boer, dan een zoon of dochter die het bedrijf op dezelfde plek voortzet. En dan valt het niet mee om je bedrijf over de kop te gooien en het ineens op een andere manier te gaan doen, met alle onzekerheden van dien.
Boeren die in het systeem meedraaien weten nu precies wat ze hebben: Ik mest zoveel kalveren, en daar staat die vergoeding tegenover. Voor elke liter melk betaalt die Grootgrutter me zoveel cent, een kilo kip levert dat bedrag op, en ga zo maar door. Tegenvallers kunnen worden opgevangen door de kosten te verlagen en – zo vertelde de vertegenwoordiger van die Veevoederfabriek me – door meer af te nemen en dus uit te breiden.
Maar het allerbelangrijkste is nog wel dat je – volgens een oud spreekwoord – niet moet bijten in de hand die je voedt. Want dan kon die hand wel eens stoppen met voeren. En dan kan je zoon of dochter een bedrijfsovername wel helemaal uit zijn of haar hoofd zetten. En die voedende hand zit nu dus meestal vast aan de lange arm van de Big Agri. Die met de BBB nu ook een stevige stoel heeft gevonden in de Provincies en de Eerste Kamer.
Dat die voedende hand alleen de kruimels naar beneden doorgeeft – en de rijk gevulde dis allang heeft uitgedeeld aan zijn aandeelhouders – doet er vaak niet meer toe. Jij bent als hardwerkende agrariër immers vooral aan het overleven, met vaak een inkomen onder de bijstandsgrens en aan het eind van het jaar net geen rode cijfers omdat de grond meer waard wordt. Dat deze situatie er ook voor zorgt dat je eigenlijk geen ondernemer meer bent, maar bijna een loonslaaf van de aandeelhouders neem je – noodgedwongen – op de koop toe.
Overigens is deze situatie in meer bedrijfstakken zichtbaar. Het duidelijkst misschien nog wel in de horeca. Jonge ondernemers lukt het alleen om een café of restaurant te starten als ze zich met handen en voeten binden aan een bierbrouwer of drankgroothandel. Die is namelijk niet alleen leverancier van het gerstenat, maar ook nog de eigenaar van het pand én in veel gevallen de financier van je starterslening.
Verkiezingen een gemiste kans op verandering
De hierboven beschreven parabel van de voedende hand waarin je niet moet bijten is waarschijnlijk de reden dat er zo massaal op de BBB is gestemd. Dat niet jij als agrariër – maar vooral de aandeelhouders van de Big Agri – er beter van wordt is daarbij misschien wel het minst van je problemen. Want als er al tegenvallers zijn, dan ben je ineens wel weer de ondernemer die dat risico maar beter had moeten inschatten.
Opgeteld bij de stedelijke proteststemmen zorgt de agrarische stem op de BBB er nu dus voor dat vooral de belangen van die grote jongens (de klanten van ReMarkAble) en hun bankiers beschermd worden. Internationale en nationale regelgeving zullen ervoor zorgen dat de agrarische sector wel moet veranderen, alleen heeft het marketingbureau uit Deventer zijn werk zo goed gedaan dat tot in de haarvaten van ons politiek nu mensen zitting gaan nemen die de broodnodige veranderingen – waaronder dus het weer teruggeven van de agrarische sector aan die hardwerkende boerenfamilies – zullen frustreren of op zijn minst zoveel mogelijk vertragen.
Waar is de journalistiek?
Hierboven beschreven we hoe en waarom de BBB een politieke partij werd. Dat de agrariërs bij de verkiezingen hierop stemden is nog verklaarbaar. De proteststemmers uit de stedelijke gebieden, kijken vaak niet eens naar het verkiezingsprogramma van een partij. Hun enige doel is een signaal van ontevredenheid zenden over het huidige regeringsbeleid. Zo hebben we de afgelopen jaren steeds vaker protestpartijen zien opkomen en ook weer zien afgaan.
Wat daarbij opvallend is, is dat de journalistiek dit fenomeen – zo lijkt het vaak – met twee handen omarmt. Caroline van de Plas was niet van de TV weg te slaan, journalisten stonden in de rij om de lijsttrekker in Overijssel op haar pluimveebedrijf te feliciteren. Erg grappig om naar te kijken, tenminste als het zou gaan om entertainmentprogramma’s of roddelbladen.
Maar waar was de kritische journalist? Wanneer werd Van der Plas net zolang doorgezaagd door een interviewer tot ze toegaf dat het belang van de Big Agri inderdaad veel belangrijker was voor BBB dan het belang van die – oh zo arme – boer.
Slechts heel af en toe probeerden journalisten of programma’s dit wel te duiden, bijvoorbeeld verpakt in de satirische show van Arjen Lubach. Zelfs na die enorme overwinning van de BBB bleef de journalistiek volharden in de houding van: “Oh mevrouw Van der Plas, wat goed en wat mooi die overwinning. Wat leuk dat u op de foto ging met uw moeder.”
Zelfs toen Joeri Albrecht, de directeur van debatfabriek De Balie in Op1 Van der Plas vroeg om duidelijk te zijn over die zeer sterke banden met de miljonairs van de Big Agri. De partijleidster van de BBB reageerde met een mokkend “wat een totale onzin, daar ga ik niet op in, daar zeg ik niets over. Wat een onzin”. De – als zo kritisch bekend staande – Sven Kockelman, wist niet hoe snel hij weer een vrolijke vraag moest stellen aan de leider van die winnende partij. Je zou bijna denken dat ook zijn hand gevoed wordt door de politiek en sinds de Mega-overwinning van de marketeers uit Deventer dus indirect ook door de Big Agri.