Jantje Beton – onder de bezielende leiding van Dave Ensberg-Kleijkers – wil minder beton en meer groen voor kinderen om lekker buiten te spelen. En Jantje Beton is niet de enige. Ook Erik Scherder vindt dat kinderen buiten moeten spelen. “Buiten spelen is belangrijker dan een extra les rekenen. Niet alleen omdat daarmee het brein van kinderen beter ontwikkelt; het geeft jouw kind ook zelfvertrouwen.”
Johan Oost bepleit daarom geen speelplaatsen, maar een ‘circulair speellandschap’
“We moeten investeren in echt uitdagende krachtige speelplekken die ertoe doen, met toestellen waarop je niet uitgekeken raakt, plekken waar je iedere keer weer hoger-verder-sneller kunt en durft, losse materialen waarvan je iedere keer weer nieuwe eigenschappen en mogelijkheden kunt ontdekken, natuur die ieder jaargetijde anders is. Ook spelen met andere kinderen van je eigen leeftijd, met weer andere beperkingen dan die jij hebt en ook leren van andere mensen van verschillende leeftijden. Dus ook stoppen met segregatie. Waarom liggen bijvoorbeeld die skatebanen vaak achteraf? Hoe gaaf is het niet om je tricks te laten zien aan ouders die met hun kinderen naar de speelplek komen? En als je erop let: op skatebanen zie je echt dat de gevorderde, soms 10 jaar oudere, ‘hang’jongere de ‘kleine’ helpt om de tricks onder de knie te krijgen. Waarom zien we tegenwoordig beweegtoestellen geplaatst worden op andere plekken dan bij de grotere speelplekken?
(lees verder onder de afbeelding)
Iedere wijk moet ten minste een krachtige speelplek hebben waar echt iets te doen is: kabelbanen en superhoge draadpiramides, plekken die de moeite waard zijn om 5 minuten voor te lopen, al dan niet met je (klein)kind. Als dit betekent dat we moeten ophouden met van die weinig betekenende speelplekjes tussen de woningen aan te leggen (waar nog geen 20 kindjes wonen) let it be. Het rendement van euro per speeluur op dergelijke plekjes is beschamend laag. Daar waar nog wel veel kinderen wonen zijn ‘opstapplekken’ een goede aanvulling voor een levensloopbestendige structuur om de inrichting van de openbare ruimte in te zetten voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten (BOSS).
Kansen te over
(lees verder onder de afbeelding)
Dit is dan ook een oproep om te investeren in levende speeltuinverenigingen met een open visie voor de hele buurt! Begin bij een schoolplein en claim de ruime omgeving daaromheen. Met wat meer beweeglijke lesmethoden maken en een andere opvatting over buiten spelen, maken school en ouders de buurt al snel heel anders. Laten we de groene ruimte, wegen, stoepen en zelfs watergangen rondom de scholen opeisen als speelruimte.
Voor de school
Voor de school: Daarvoor moeten we buiten de hekken gaan denken, ook tijdens pauzes. Waarom mag de bovenbouw vaak niet tijdens een pauze naar het trapveld om de hoek? Het werkt heel goed om afspraken met deze jonge mensen te maken dat ze op tijd terug zijn, en anders gaat het een dagje niet door.
Voor ouders
(lees verder onder de foto)
Voor de ouders: Ook jullie moeten eigenlijk opgevoed worden. Daarvoor zullen we schooldirecties moeten ondersteunen om in te voeren dat kinderen die met 5 minuten lopen of 15 minuten fietsen op school kunnen komen, niet met auto gebracht mogen worden. Het halen van de beweegnorm is niet moeilijk. Maar ouders, laat je kind zo jong mogelijk zelfstandig naar school gaan. Natuurlijk vergt dat tijd om kinderen te leren en los te laten. Niet alleen omdat daarmee het brein van kinderen beter ontwikkelt zoals Erik Scherder vertelt; het geeft jouw kind zelfvertrouwen en je gunt het ook de kans om zelfstandig de leefomgeving te ontdekken.
Sjoerd van Rossem pleit om iedere schooldag los van de pauzes verplicht 1 uur naar buiten te gaan, wat ook mooi aansluit op het claimen van de schoolomgeving. Wat kinderen dan doen (herbarium maken, educatie, spelen, klussen, sporten etc.) kan de school dan zelf bepalen.
Voor gemeenten
(lees verder onder de foto)
Voor de gemeenten: Durf stedenbouwkundige plannen te wijzigen. Jullie laten enorme kansen liggen om bijvoorbeeld schoolomgevingen hét hart van de wijk te laten zijn! Kom met gewaagde plannen om de hele verkeersafwikkeling in wijken te durven aanpakken voor leefbare wijken met een eigen hart. Laat zien dat je een kloppend hart hebt voor de kinderen, jeugdigen en jongeren waarvoor je als gemeente zorgplicht hebt.
Voor de sportclub
Voor de sportclub: Waarom zijn er zoveel sportcomplexen midden in de wijk met een dik hek eromheen? Waar op een vakantiedag niet even een balletje getrapt mag worden, de enige plek in de wijk waar je heen zou kunnen om een vlieger op te laten? Bosplantsoen eromheen en je hebt een area waar het laatste kind uit verdreven is. Waarom worden de kansen niet gezien om als club clinics te geven voor (nog) niet-leden die op een vrije middag na school heel graag even op het kunstgrasveld zouden willen doeltrappen?
Voor het industrieterrein
Voor het industrieterrein: Hoeveel winst is er te halen op onze industrieterreinen en kantoorparken? Laten we die ruimte betrekken bij het bewegen, ontmoeten spelen en sporten. Er zijn zoveel kansen om mensen te verleiden om even hun wijk uit te gaan om een rondje te gaan lopen, te gaan bootcampen, een minimarathon te gaan lopen. Ook op industrieterreinen, als die maar interessanter en beter ontsloten zouden zijn. Denk aan betere voet- en fietspaden langs de wegen. Maar ook om te stimuleren om op de fiets te stappen naar het werk, en dan de route ernaartoe daarvoor in te richten volgens het principe zoals Marco Te Brömmelstroet Professor in Urban Mobility Futures at University of Amsterdam schrijft: “Ontwerp een straat naar hoe je wilt dat mensen zich verplaatsen, niet hoe ze zich nu verplaatsen.”
En natuurlijk ook om pauzewandelingen interessanter te maken, al dan niet met beweegbordjes van Stichting Vrij.
Hoe gaaf is het ook om als jeugdige over de industrieterreinen te zwerven?! Om misschien uitgenodigd te worden om eens te kijken wat er allemaal in Nederland nog wel gemaakt wordt, om geïnteresseerd te raken voor een technisch beroep, maar ook om bouwmateriaal uit de containers te mogen vragen om een hut te bouwen.
Natuurlijk zijn er bezwaren, maar zal het niet zo zijn dat de kosten om zo nu en dan eens een hut te moeten opruimen, het risico om jezelf een keer te verwonden, opwegen tegen de baten van gezondere kinderen die in hun jonge leven al materiaalkennis opdoen die ze nooit meer vergeten, natuurkundige principes zich eigen maken zonder een boek open te slaan, weerstanden opbouwen waar geen vaccin voor nodig is, conditie opbouwen en vet verbranden zonder sportschool, leren samenwerken zonder projectonderwijs, tastbare, niet-digitale steden leren te bouwen van takken en planken … De openbare ruimte claimen voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten is toch geen utopie!
Auteur Johan Oost van dit artikel is directeur van OBB-ingenieurs.