Dat onthouden van stemming deed Adema in het dossier ‘glyfosaat’. Dat is – zoals dat zo mooi heet – de werkzame stof in roundup. Boeren gebruiken het om door hun ongewenste kruiden sneller weg te krijgen dan dat dat via ploegen gaat. Dat het grondwater daardoor landbouwgif bevat en steeds moeilijker tot drinkwater te maken is, staat niet ter discussie. Nederland is het slechtste jongetje van de klas als het gaat om de kwaliteit van ons grondwater. Wat wel ter discussie staat is of mensen er neurologische aandoeningen als parkinson en alzheimer van krijgen, en ook allerlei soorten kankers. Daar komen we verderop nog op terug. Hier eerst verder met het politieke systeem dat we hebben waarin de minister zomaar weg komt met eigenlijk onmogelijk gedrag.
Gekozen volksvertegenwoordigers zijn de baas
We hebben in ons land rechtstreekse verkiezingen voor gemeente, provincie en land. Dat levert gemeenteraad, Provinciale Staten en Tweede Kamer op. Het waterschap wordt ook gekozen, maar daar gaan we het hier verder niet over hebben, want dat is een lachertje met al van te voren ‘geborgde’ zetels voor natuurpartijen en boeren. Als dat zo belangrijk is, hou dan geen verkiezingen!
De gekozen volksvertegenwoordigers maken na de verkiezingen een regeerakkoord, waarbij doorgaans een meerderheid als coalitie een koers uitstippelt voor de komende vier jaar. Daar worden dan ministers voor aangenomen: die hebben gewoon uit te voeren wat de Tweede Kamer wil. Of ze krijgen opdrachten, of ze kómen met opdrachten in de lijn van het regeerakkoord. Hoe een opdracht ook op tafel komt, nieuw beleid moet altijd met meerderheid van de Tweede Kamer afgetikt worden. Want daar zitten de volksvertegenwoordigers. Officieel zit iedere volksvertegenwoordiger er ‘zonder last of ruggenspraak’, hij mag dus zijn eigen standpunten bepalen, maar officieus heeft hij zich geconformeerd aan de standpunten van de partij waarvoor hij gekozen is. Daar zit al wel een dingetje, want ga je als lid van de Tweede Kamer akkoord met het regeerakkoord, dan ga je ook akkoord met het water dat jouw partij bij de wijn deed in de onderhandelingen.
Maar een veel groter ding zit bij de formering van de ministersploeg. Dat zijn heel vaak politici met uitgesproken signatuur van de coalitiepartijen, vaak stonden ze ook gewoon al op de lijst om gekozen te worden. Minister Dijkgraaf van Onderwijs en Ernst Kuipers van Gezondheid zijn meer uitzondering dan regel. Die kwamen uit het niets en zullen ook weer in het niets verdwijnen want ze willen helemaal de Tweede Kamer niet in. Op 22 november zijn ze lijstduwer, meer niet.
Die vermenging van Kamer en kabinet maakt dat een kabinet veel meer kan maken dan politiek gewenst. Want als een minister valt is de kans groot dat daarmee het kabinet valt: vertrouwensbreuk met de coalitie heet het dan. Dat ondermijnt de macht van de Tweede Kamer, die kijkt wel uit risico te lopen dat het kabinet valt! Dat weet het kabinet ook dus gebruiken ze de macht die dat tot gevolg heeft. Politieke macht! Een minister kan gewoon de meerderheid van de Kamer negeren, uiteindelijk steunt de coalitie hem (meestal) toch wel. Daar volgt uit dat de coalitie haar macht uit handen geeft aan het niet gekozen kabinet en zich zelf aan handen en voeten bindt in de uitvoering van haar eigen taak.
Zakenkabinet
Je lost dat op met een zakenkabinet. De Tweede Kamer maakt na de verkiezingen dan nog steeds een coalitieakkoord (of niet, dat kunnen ze zelf bepalen) en zoekt er een stel ministers bij die politiekloos de opdracht uitvoert. Een minister solliciteert op de functie en het daarbij behorende takenpakket. Als hij wordt aangenomen doet hij de klus. Als hij zijn werk slecht doet, stuur je hem weg. Het kabinet kan dan gewoon blijven zitten. En een goed functionerende minister kan probleemloos na verkiezingen gewoon blijven zitten als hij zich weer conformeert aan het nieuwe akkoord.
Daarmee krijg je een veel veiliger politiek klimaat. De Tweede Kamer kan echt op basis van politiek besluiten nemen en voor het kabinet is er geen enkel gevaar dat ze vallen als een minister zijn werk slecht doet. Sterker nog: de kans dat een minister zijn werk slecht doet is veel kleiner geworden, omdat hij vrijgesteld is van politiek gekonkel.
Allergrootste winst is dat het debat in de Tweede Kamer zal veranderen in en dialoog. Zonder de kans dat jouw kabinet naar huis gestuurd wordt, ben je veel eerder bereid samen naar de beste oplossing te zoeken dan wij-zij te debatteren. Als je er samen uit bent zeg je de minister wat ie moet doen. En als het een goede minister is, zal die vast ook nog wel even meedenken, maar níet zelf beslissen.
Glyfosaat: er zijn maar drie landen voor dat spul!
Hoe belangrijk een politiekloze minister is, bleek van de week in de glyfosaatdiscussie.
Heikel discussiepunt is de zékerheid dat glyfosaat kanker en neurologische ziektes veroorzaakt. Wetenschap is een discipline die nooit zeker weet. Zo stelt de wetenschap zich ook op rondom glyfosaat. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, heet het dan. Er is veel parkinson op het platteland, in Frankrijk zijn de wijngebieden waar boeren veel spuiten precies gelijk aan de kaart waar veel parkinson voorkomt. Daar is het een boeren beroepsziekte. Maar een op een bewíjzen dat parkinson van glyfosaat komt, dat is nog niet gebeurd. Wel dat een cocktail van verschillende landbouwgiffen meer doet dan de optelsom van wat die verschillende producten afzonderlijk doen. Daar ligt ook de controle-discussie. De commissie die het gif keurt, keurt niet de cocktails, dus niet de combi van verschillend gif tegelijk, ze keurt de insecten- en kruidendoders afzonderlijk. Een rapport over die cocktails is schielijk in de la verdwenen bij het CTGB dat in Nederland gif al dan niet goedkeurt. Zie hier ZEMBLA daar over. Honderden interne documenten van CTGB schetsen volgens de auteur Vincent Harmsen een verontrustend beeld van de werkwijze van de pesticidenautoriteit: Normoverschrijdingen die uit rapporten verdwijnen en risico’s die worden gebagatelliseerd.
Er zijn maar drie landen voor het gif
Christen Unie-minister Adema had tot twee keer toe opdracht gekregen van de Tweede Kamer om tegen het landbouwgif glyfosaat te stemmen maar deed daar niks op uit. Hij onthield zich in Europa van stemming. Met als gevolg dat er geen besluit is genomen.
Slechts drie landen zijn voor het gif: Kroatië, Luxemburg en Oostenrijk. Tegen het gif zijn Cyprus, Denemarken, Estland, Ierland, Finland, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië , Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zweden.
Nederland, België, Bulgarije, Duitsland, Frankrijk en Malta onthielden zich van een stem.42 Procent van de EU-bevolking onthield zich dus van stemmen. 55 procent was voor. 3 procent tegen. En bij de onthouders moet je Nederland dus eigenlijk niet mee tellen, die moet je onder de voorstanders van afschaffen rekenen, maar we hebben een minister die zich daar niks van aantrekt.
In november wordt er opnieuw gestemd. Tussen nu en de nieuwe stemdatum is het niet te doen gebruikelijk dat er nog gespoten wordt. Gelukkig maar. Want landbouw waar je gif voor nodig hebt is verkeerde landbouw. En trouwens vinden we ook dat je bij twijfel beter kunt voorkomen dan genezen. Marry Hartkamp uit Hoonhorst (ze stuurde een videobrief aan de minister) vindt dat in dit geval niet passen want het lijkt dat je dan nog een keus hebt. Tussen voorkomen en genezen. Maar parkinson ís niet te genezen. Voorkomen is dus de enige optie. Ernst Daniël Smid noemt parkinson in de talkshow Kiek An ‘een trouwe vriend die je op het platteland veel tegenkomt‘.
Politiek gezien vinden christenen het landbouwgif een prima idee, net als de VVD. Als je in het rijksmuseum in Twente de expositie Van wie is ons Platteland bezoekt, snap je het christelijke standpunt: toen de witte man de indianen verdreef uit Amerika riep nota bene de paus op dat ze zich grond mochten toe-eigenen die niet door de inheemsen in cultuur was gebracht. Dat was feitelijk álle grond, want de inheemse bevolking kende toen niet eens eigendomsrecht.