Aan de ene kant zou je kunnen zeggen dat minder aanbod tot meer afgunst leidt. Als er minder koekjes zijn, worden kinderen jaloers op degenen die net wat meer hebben. Naarmate de toegang tot dure vakanties, een groter huis of een dikkere auto wordt afgeknepen als gevolg van de economische en ecologische uitdagingen, wekken de mensen voor wie dat allemaal wel bereikbaar is gemakkelijk jaloezie op bij mensen voor wie die dingen ineens niet meer bereikbaar zijn.
Als er inderdaad een periode van schaarste aankomt, dan zou dat dus kunnen betekenen dat de afgunst in de samenleving toeneemt. Maar het is evengoed mogelijk dat precies het tegenovergestelde gebeurt, namelijk dat we juist minder jaloers worden. Want de schaarste treft grote delen van de samenleving. Ik ken iemand met een groot huis in de hoofdstad en een hele goede baan, die ineens een energierekening van € 1.750,- per maand moet betalen. Dat is veel geld, ook voor de meer bemiddelde mens.
De afgelopen jaren waren jaren van overvloed, waarin we op een kunstmatige manier schaarste hebben gecreëerd in de vorm van steeds luxere producten en diensten. Daarmee konden we status verwerven. Met stress tot gevolg.
De nieuwe schaarste is niet kunstmatig gecreëerd om de bevoorrechte positie van enkelen te onderschrijven. Ze gaat niet over exclusieve producten, maar over dingen die iedereen nodig heeft: betaalbare gezonde voeding, betaalbaar vervoer en energie.
Ze treft niet iedereen in dezelfde mate, maar ze treft iedereen. Daarom zou deze nieuwe schaarste wel eens een heilzame werking kunnen hebben. Want als een vliegvakantie minder bereikbaar wordt voor iedereen, dan wordt ze misschien wel minder belangrijk. Als iedereen moeite heeft om de energie te betalen, hoeft niemand zich te schamen voor een dikke trui in huis. Er valt nu eenmaal minder te consumeren en dat geldt voor ons allemaal. Het wordt moeilijker om status te ontlenen aan consumptie, omdat de consumptie zelf wordt gerelativeerd.
De nieuwe schaarste zou wel eens de afgunstige kantjes van het verticale denken (‘ik heb het beter dan jij’) kunnen slijpen. Daardoor ontstaat er ruimte om de horizontale dingen, de dingen die we gemeenschappelijk hebben, meer te waarderen. Dat lijkt me een mooie gedachte zo aan het begin van 2023.
Roland van der Vorst is Head of Innovation bij de Rabobank en publiceerde deze column ook in het Financieele Dagblad.