‘Bah, wat een saai debat was dit!’, zo ongeveer klonk het verwijt aan mijn adres kortgeleden. Het was zo lief en kabbelde maar een beetje voort. Ik ben al een tijdje programma-maker en presentator bij een lokale omroep. In die functie leidde ik die avond een ‘debat’ over de zorg. Degene die het verwijt uitte had niet zo goed opgelet bij de bespreking aan het begin van de avond. Daar leg ik namelijk altijd uit dat ik vooral op zoek ga naar gesprekken en zelfs een bloedhekel heb aan politieke soundbites. Volgens mij wordt er namelijk helemaal niemand beter van een politicus die in twintig seconden uitlegt wat hij/zij van de zorg in Zwolle vindt.
Beter een goed gesprek dan een goede soundbite
Ik probeer dan ook steeds de gasten aan tafel te verleiden tot echte gesprekken. En ben eigenwijs genoeg om te denken dat ‘de kijker’ daarmee veel meer en beter kan bepalen welke van die tafelgasten zijn vertegenwoordiger mag worden in de komende raadsperiode.
Gelukkig (voor mij) krijg ik ook vaak complimenten van politici: Wat goed dat jullie deze gesprekken organiseren. En wat fijn dat je ons de tijd geeft om een genuanceerd verhaal te vertellen. Tegelijkertijd vind ik het ook vreemd. Want als je die opmerkingen doortrekt naar wat de kiezers graag zien en tegelijkertijd ziet hoe de meeste debatten georganiseerd zijn dan loopt er iets helemaal mis.
Politici willen graag hun hele verhaal vertellen, kiezers willen graag een genuanceerd beeld krijgen van wat de partijen en of de te kiezen dames en heren te bieden hebben. Maar we we kijken massaal naar TV-debatten met ‘winnaars en verliezers’ waar landelijke kopstukken van de partijen wordt gevraagd wat zij voor jouw gemeente kunnen betekenen….
Als je het roer om wil gooien, moet je doorpakken
“Als je het anders wil, houdt dat automatisch in dat je het dan ook – radicaal – moet gaan doen” stelt Geluk Centraal. En hoewel ik meestal niet zo radicaal ben, denk ik dat in dit geval ook. Willen we af van sounbite-debatten dan moeten we stoppen om ze te organiseren. En als kijker moet je weigeren er nog langer naar te kijken en erover te twitteren.
Dat geldt landelijk, maar ook – of misschien wel juist – op lokaal niveau.
Wil je dus dat je stem echt iets betekent, verdiep je dan in de mensen en partijen die je willen vertegenwoordigen. Blijf niet hangen in het naast elkaar leggen van leuzen als ‘De Stad Weer voor Iedereen’ of ‘Menselijk Eerlijk en Duurzaam’. En misschien nog wel belangrijker: beperk je vooral ook niet tot de verkiezingsperiode. Maar spreek die volksvertegenwoordigers vooral ook de volle vier jaar daarna regelmatig aan op hun ‘daden’ voor jouw gemeente.
Maar vergeet dan niet naar hun hele verhaal te luisteren.