Ons onderwijssysteem is, laten we eerlijk zijn, gebaseerd op het vullen van een vat. Een vat dat vooraf wordt gedefinieerd: dit moet je weten, dit moet je kunnen. En als je niet voldoet? Dan faal je. Simpel. Maar ook hard. En oneerlijk.
Onderwijs gaat in de kern niet meer over talenten zien en ontwikkelen, maar over voldoen aan de norm. En dat begint al op jonge leeftijd: toetsen, rapporten, cito-scores, eindniveaus, diploma-eisen. We richten ons op hiaten, op wat kinderen niet kunnen, in plaats van op hun kracht, hun nieuwsgierigheid en hun natuurlijke drijfveren. We behandelen leerlingen als identieke bomen die allemaal appels moeten opleveren, terwijl de één misschien een prachtige perenboom is en de ander een krachtige kastanje.
De prijs van gelijkvormigheid
Door vast te houden aan dit systeem versterken we ongelijkheid in onze samenleving. Een student die een natuurtalent is in koken, maar moeite heeft met Engels, kan geen horeca-diploma halen. Niet omdat hij niet goed genoeg is, maar omdat het systeem hem niet toelaat om zijn talent te laten floreren zonder eerst zijn ‘tekort’ weg te werken. Deze aanpak frustreert, stigmatiseert en belemmert groei.
“Vastgeroest onderwijssysteem”
We hebben een collectief beeld – een soort onzichtbare ladder – waarin de CEO hoger staat dan de zorgverlener, waarin denken meer waard is dan doen, waarin theoretisch onderwijs meer aanzien krijgt dan praktisch. En die ladder zit diep in ons onderwijs verweven. De hoogste tijd voor een forse hervorming van ons onderwijssysteem.
De hoogste tijd voor modulair denken
Het lijkt mij fantastisch als we het onderwijs omvormen tot een systeem waarin modules centraal staan – waarin je bijvoorbeeld Engels op HBO-niveau en wiskunde op MBO-niveau kunt halen, afhankelijk van jouw talenten en toekomstplannen? Waarin je als student een persoonlijk pad volgt, passend bij jouw drijfveren, in plaats van een vast curriculum dat weinig ruimte laat voor eigenheid?
In zo’n systeem telt wat je kan en wil in plaats van of je aan het volledige plaatje voldoet. En natuurlijk zijn er beroepen waarvoor bepaalde modules op een bepaald niveau noodzakelijk zijn. Maar dat betekent niet dat iemand buiten de boot moet vallen omdat hij niet aan een ‘one-size-fits-all-eis’ kan voldoen.
Positief onderwijs als fundament
Positief onderwijs biedt een radicaal ander perspectief. Het gaat niet uit van tekort, maar van kracht. Niet van slagen of falen, maar van groeien en bloeien. Het legt het accent op welbevinden, betrokkenheid, betekenis en verbinding. Niet alleen cognitieve ontwikkeling is van belang, maar ook emotionele, sociale en morele ontwikkeling.
Wat als we elk kind vanaf dag één als geslaagd zien? Wat als we niet toetsen om af te vinken, maar om te ontdekken waar de volgende uitdaging ligt die bijdraagt aan iemands persoonlijke groei? Wat als onderwijs niet langer een keuringsinstituut is, maar een voedingsbodem voor talent, zelfvertrouwen en geluk?
Dan voeren we het gesprek met onze leerlingen aan de hand van een spinnenweb, waarin thema’s als welbevinden, talent, zingeving en sociale verbondenheid in balans zijn. Dan verdwijnt de prestatiedruk en groeit het zelfvertrouwen. Dan daalt het ziekteverzuim onder leerlingen én docenten. Dan stijgt het Bruto Nationaal Geluk. Daar ben ik van overtuigd.
Van ladder naar landschap
We moeten af van de denkbeeldige ladder die bepaalt wie en wat er meer waard is. In plaats daarvan moeten we leren kijken naar een landschap van talenten, waarin ieder mens – net als in een gezond ecosysteem – een unieke en waardevolle rol speelt. Een brandnetel is even belangrijk als een appelboom. Een winkelmedewerker even waardevol als een bankdirecteur. De samenleving wordt sterker door diversiteit, niet door uniformiteit.
“Een brandnetel is even belangrijk als een appelboom”
Als ouders weten we: elk kind is even lief, even waardevol. Laten we ons onderwijs zo inrichten dat elk kind, elke jongere en uiteindelijk elke volwassene die waarde in zichzelf herkent – en erkend ziet worden.
Onderwijs kan de motor zijn van een samenleving die durft te kiezen voor gelijkwaardigheid, talentontwikkeling en menselijkheid. Positief onderwijs is geen utopie, maar een noodzakelijk alternatief. Als we willen dat iedereen meedoet, dan moeten we beginnen met anders kijken. Naar kinderen. Naar onderwijs. Naar elkaar.