Maar er schuilt een gevaar in het verdwijnen van specifieke benamingen. Want hoe specifieker we iets noemen, hoe meer we geneigd zijn iets te koesteren. De meeste mensen voelen meer genegenheid voor hun vriendin Karin of Nicolette, dan voor de abstractere ‘mens’. Flappie doet ons meer dan ‘konijn’. Andersom is het ook zo: hoe algemener de categorie, des te groter de kans dat we afstandelijker gaan kijken naar specifieke exemplaren. Het wordt op den duur steeds lastiger genegenheid te voelen voor de reiger, als we de hele vogelpopulatie voortaan aanduiden als ‘natuur’.
Dat geldt niet alleen voor dieren, maar ook voor mensen. Neem de LHBTQAP+ benaming. Met de beste bedoelingen om minderheden een plek te geven is de benaming de afgelopen jaren behoorlijk uitgebreid. Het begon met LHBT, inmiddels praten we over LHBTQAP+. Met goede reden wordt er telkens een nieuwe categorie aan toegevoegd. Met precies het tegenovergestelde resultaat. Veel mensen die bij de eerste vier letters zijn opgehouden zich te verdiepen in de veelkleurigheid van de gemeenschap, zijn gemakkelijk geneigd elke nieuwe minderheid die aan het rijtje wordt toegevoegd over een kam te scheren.
De recente ophef over de weigering van sommige voetballers om de Onelove-band te dragen, is daarvan een goed voorbeeld. Homo’s, transgenders, biseksuelen, het leek voor de weigeraars even een pot nat. De benaming die diversiteit zou moeten bepleiten, is een vergaarbak geworden.
In de natuur en in gemeenschappen staat de diversiteit onder druk. En dus blijft het belangrijk om oog te houden voor het verschil. Dat begint bij nauwkeurig te blijven in de benoeming ervan. Zeker nu het generaliseren op de loer ligt. Omdat de wereld te complex wordt zoeken we liever de eenvoud. We hebben behoefte aan een groots gebaar (‘de natuur moet worden gered’). En bij grootse gebaren horen grote woorden, geen kleine fenomenen. Maar we kunnen het grote niet behouden als we geen oog hebben voor het kleine.
Roland van der Vorst is Head of Innovation bij de Rabobank en publiceerde deze column ook in het Financieele Dagblad.