Technologie is op het eerste gezicht een grote vijand van intuïtief en spontaan handelen. Digitalisering maakt dingen meetbaar. Stappentellers, runner targets, hartslagmeters. En alles wat we kunnen meten, zijn we geneigd om te willen veranderen. Dat is wat de socioloog Hartmut Rosa met een mooi begrip parametrische optimalisatie heeft genoemd. Wie zijn doelen meet, is geneigd ze voortaan te willen verbeteren. Met als gevaar dat je vaker op je horloge kijkt tijdens het rennen dan naar de bomen om je heen.
Wie zich inschrijft in een sportschool krijgt eerst een ‘nulmeting’ aangeboden. Een staalkaart van je huidige fysieke prestaties. De intake is doorgaans het begin van een proces van eindeloze verbetering. Met als gevolg dat je over je prestaties gaat nadenken. In plaats van dat je erin opgaat. Een spontane loop wordt zo een ratrace.
Het plezier van de bal verdwijnt onder druk van het digitale scorebord.
Ondertussen ondermijnt technologie ook op andere vlakken onze intuïtie. Wie alleen maar naar Google Maps kijkt, verleert uiteindelijk intuïtief door de stad te navigeren. Maar er is ook een andere kant van technologie. Ik loop soms door de stad met muziek op mijn oren. Het geeft een fijn gevoel je te laten meevoeren op klanken. Muziek voedt net als andere vormen van kunst je spontane houding. Ze spreekt het niet denkende deel van je geest aan. Ik snap ook heel goed dat topsporters voordat ze moeten presenteren zich terugtrekken met muziek.
Het mooie is dat veel digitale technologie de ervaring van muziek intact laat. Er wordt door streaming apps als Spotify – anders dan bij veel runner-, wandel- of zelfs meditatie-apps – geen prestatiemodus aan verbonden. Geen doel of nulmeting. Daar zouden die andere apps wat van kunnen leren.
Roland van der Vorst is hoofd innovatie Rabobank en ceo van Rabo Carbon Bank en publiceerde deze column ook in het Financieele Dagblad.