Roland van der Vorst: We spelen meer, maar zijn minder speels

"Ik doe de deur van mijn zoons kamer open en het begint te rinkelen. Aan de binnenkant van zijn deur hangen allemaal medailles. De laatste is van een verjaardagsfeestje waar ze met de halve klas zijn gaan slootje springen. Dat heet anders, maar het komt er wel op neer. Andere medailles zijn van sporttoernooien en zomerkampen."

Interessant? Deel het artikel

Foto: WHS MEDIA
Foto: WHS MEDIA

Ik klink waarschijnlijk ouderwets als ik zeg dat in mijn jeugd een medaille nog best bijzonder was. Gereserveerd voor mensen met een podiumplaats na een lange reeks zwaar bevochten competitierondes. De wandelvierdaagse was eigenlijk het enige evenement waarbij iedereen die hem wist uit te lopen een medaille kreeg. De status ervan was dan ook beperkt, herinner ik me.

Het feit dat de medailles van mijn zoon als een kluwen aan de deurklink hangen, zegt wel iets over de waarde die hij eraan hecht. En toch blijven we medailles en bekers uitdelen. Het lijkt wel alsof de gewoonten van de onlinewereld de echte wereld zijn ingeslopen. In een game krijg je voortdurend badges, beloningen en punten. Na elk behaald volgend level mag je weer wat bijschrijven. Zichtbaar voor iedereen.

De medailles aan de deur lijken een voortzetting van de openlijke online zelfbevestiging en vergelijking waar we zo aan gewend zijn geraakt. En die ook via ga­mi­fi­catie tot steeds meer aspecten van het maatschappelijk leven doordringen. Online-leerprogramma’s worden ontworpen als ware het games, compleet met punten die je kunt verdienen en mag inleveren om leuke dingen te kopen.

Leiderschapsprogramma’s laten mensen via de regels van ga­mi­fi­catie spelenderwijs hun eigen prestaties evalueren. Het schijnt te werken. Maar terwijl het leren leuker wordt, wordt spelen daarmee steeds serieuzer. Er moeten immers bekers en pluimpjes worden verdiend. Het spel, ooit bedacht als vrije ruimte om plezier te hebben en dingen uit te proberen, wordt langzamerhand doordrenkt met effectbejag. Alles moet wijken op weg naar het beste resultaat. Prestaties moeten worden bijgehouden en vergeleken. Het allerbeste materiaal moet worden aangeschaft.

De kleding moet ultralicht zijn, fietsen tot in detail worden afgesteld, schoenen op het lijf worden toegesneden. Niets wordt aan het toeval overgelaten. De gemiddelde amateursporter heeft een uitrusting waar een professionele sporter twintig jaar geleden zijn of haar vingers bij had afgelikt. Ik vraag me af of dat het plezier ten goede komt. We spelen meer dan ooit, maar het lijkt wel alsof we minder speels zijn geworden.

 

Roland van der Vorst is Head of Innovation bij de Rabobank en publiceerde deze column ook in het Financieele Dagblad.

Interessant? Deel het artikel

Blijf op de hoogte

Abonneer je op onze nieuwsbrief zodat we je geregeld op de hoogte kunnen houden.
Wat zouden we het leuk vinden als je ons ook een mail stuurt met waar jij gelukkig van wordt.

Meer over

Blijf op de hoogte

Abonneer je op onze nieuwsbrief zodat we je geregeld op de hoogte kunnen houden. Wat zouden we het leuk vinden als je ons ook een mail stuurt met waar jij gelukkig van wordt.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *