Vraag aan een willekeurig gemeenteraadslid in Nederland naar zijn standpunt over een vuurwerkverbod, en je krijgt negen van de tien keer als antwoord iets als ‘het viel in onze gemeente mee de afgelopen jaarwisseling en het is toevallig wel een traditie hè?’
Herodotus, de eerste zich zelf benoemde journalist, besloot zo’n 450 jaar voor Christus zelf eens op het slagveld van de Perzische Oorlogen te gaan kijken in plaats van voetstoots aan te nemen wat de veldheren hun boodschappers opdroegen aan het thuisfront mee te delen. Hij vertrouwde die marketingmachine niet die alleen maar leidde tot meer wapens en manschappen naar het front.
Herodotus indachtig (en dat was geen kleine jongen, hij was een leermeester voor Socrates) moet je een vraagstuk als dat van vuurwerk ook niet afdoen met de mening van een politicus, die zijn standpunten voor een belangrijk deel inneemt met het oog op de volgende verkiezingen. Want dan neem je populaire maatregelen met het oog op de korte termijn, meer dan dat je verstandige uitspraken doet voor de lange termijn. Herodotus en na hem Plato en daarna weer Socrates pakten dat anders aan. Ze gingen zelf kijken (Herodotus), ze maakten een heldere analyse (Plato) en ze stelden vragen met als doel er zelf wijzer van te worden (Socrates). Met z’n drieën zouden ze beamen dat het een misvatting is dat je het volk tevreden houdt door je oren naar hen te laten hangen, door ze naar de mond te praten. De samenleving is niet dom! De samenleving kan heel goed leven met een ‘nee’, als die maar goed onderbouwd is.
Die onderbouwing, hoe doe je dat? Wij van Geluk Centraal gaan dan altijd terug naar de basis, naar het fundament, en bouwen dan onze redenatie van voor af aan weer op. Daardoor beginnen we altijd bij wat het doel is, wat we willen bereiken. Pas daarna gaan we op zoek naar de middelen die daarbij passen.
Terug naar het vuurwerk
Als je de discussie over vuurwerk in december begint, kom je in gesprekken terecht als ‘maar dat doen we altijd al’ en ‘dat pakken ze ons niet af’. Daar zijn politici gevoelig voor. Ze hebben het liever niet over de oogartsen die erop wijzen dat juist vuurwerk ons dingen afpakt: vingers, ogen, levens… Hoezo ‘bij ons viel het wel mee’, de schade was landelijk 10 miljoen euro. En dan hebben we het nog niet over de drukte op de ziekenhuispoli’s, luchtvervuiling om U tegen te zeggen, agressie tegen de hulpverleners… . Dat ‘valt wel mee’ lijkt een tolerantie in zich te hebben, een berusting ook, dat het ook deze keer net weer niet helemaal uit de hand is gelopen.
Als je de discussie over vuurwerk in het begin van het jaar begint, voel je met z’n allen iets minder urgentie en kun je makkelijker buiten de emotie blijven. Je kunt dan in alle rust op zoek naar wat die traditie dan precies is. En weet je wat? Vuurwerk heeft een heel mooie traditie! Als je die in ere herstelt hou je er een prachtig feest aan over.
Als je naar onze vuurwerkgewoonte kijkt vanuit een niet-vuurwerk-traditie, dan moet je met stomheid geslagen zijn. Je ziet mensen de hele avond aan de alcohol om vervolgens het gevaarlijkste te doen dat ze het komende jaar gaan doet: vuurwerk afsteken…
Traditie, dat is toch wel wat een populistisch woord geworden. We zijn groot voorstander van tradities, laat dat helder zijn. Maar we zijn zwaar tegenstander van een devaluatie van dat woord. In Staphorst hebben ze Zwarte Piet te vuur en te zwaard verdedigd, ze wilden een traditie in stand houden. Maar Sinterklaas is helemaal geen traditie in Staphorst. Het wordt er pas gevierd sinds eind vorige eeuw en dan nog maar selectief. Het katholieke feest wordt in het overwegend Reformatorische volksdeel als heidens beschouwd. Herodotus zou dat in zijn argumenten meegenomen hebben. Want gelijk dat ze hebben, die Reformanten.
Traditie
Laten we nou eens helemaal teruggaan naar af, naar waar de traditie van vuurwerk afsteken eigenlijk vandaan komt. Vuurwerk afsteken was eerder een groot vuur aansteken. Dat was al een gebruik vóór de jaartelling, in de tijd dus dat er helemaal geen oud en nieuw gevierd werd, simpelweg omdat je zonder kalender ook geen nieuw jaar hebt. 1 Januari bestaat eigenlijk nog maar 2023 jaar. In het begin ging dat nog fout ook, Er waren wat rekenfoutjes gemaakt met schrikkeldag. Dat deden ze eerst eens in de drie jaar, daarna eens in de vier jaar. De Russisch Orthodoxe Kerk heeft dat nooit teruggedraaid, daarom vieren ze in die kerk kerstmis van 7 en 8 januari.
De vuren die vóór de jaartelling aangestoken werden, waren op de kalender van de natuur gericht. In de natuur sterft in de winter alles af, de dagen worden korter en korter. De samenleving was in die tijd als de dood dat dat al maar door zou gaan, dus staken ze grote vuren aan om de kwade geesten te verdrijven. Dat was bijzonder succesvol, want de dagen werden na verloop van tijd gewoon weer langer, ieder jaar weer! En met het lengen van de dagen trok de dode natuur ook weer bij, sterker nog: die dode natuur bleek voedingstof voor nieuw leven. Hoe succesvol wil je het hebben. Van causaal verband ten opzichte van correlatie hadden ze toen vast nog niet gehoord.
De kortste dag, nieuw leven met kerst, de kerstman en sinterklaas, de jaarwisseling, ze hebben vanuit traditioneel oogpunt alles met elkaar te maken. Ze zijn samengebundeld in onze decembermaand van nu, verworden tot commercieel ingestoken feesten, maar wel degelijk met een diepgewortelde traditie.
Voordat Josef en Maria in de herberg geweigerd werden, dus voordat de jaartelling begon en voordat er sprake was van christendom, kenden Scandinavische landen het Joelfeest. Dat feest werd gehouden tijdens de winterzonnewende, dus ergens in de buurt van dagen die in plaats van korter, juist weer langer worden. Hun God Jul-groet is daar nog een rechtstreeks overblijfsel van. Het christendom probeerde ‘heidenen’ tot het geloof over te halen door hun feesten te integreren in het verhaal van het chistendom. Ze hebben Josef en Maria in die tijd op pad gestuurd, Jezus laten geboren en coveren de donkere dagen door het te rekken tot 6 januari, als de drie koningen bij de kribbe aankomen. Die volgden een opvallend felle ster aan de hemel. Dat klopt. Het waren Jupiter en Venus die precies achter elkaar stonden op 6 januari van het jaar 0.
Het aller donkerste moment van het jaar was voor natuurvolkeren een uiterst belangrijk moment. Ze zagen de zon als een geest en stel je nu eens voor dat die geest niet van plan was de dagen weer te lengen… Om de zon aan te moedigen, werden uitgebreide ceremoniën gevoerd, vuren ontstoken en rituele liederen gezongen en gespeeld. Joelfeesten noemden ze dat in Scandinavische landen. Ze dansten rondom een boom en zongen om vruchtbaarheid, met lawaai werden boosaardige geesten verjaagd die met de zon aan de haal waren gegaan. In ons moderne Nederlands kennen we nog het woord ‘joelen’. En inderdaad ook dat betekent oorspronkelijk precies hetzelfde. De goden verzoeken, dat bleek te helpen.
‘Als jullie met ons kerstfeest meedoen en christen worden, mogen jullie een aantal van jullie gebruiken in ons geloof foezelen’, moet ongeveer de deal zijn geweest met de natuurvolkeren en vermoedelijk hadden ze niet veel keus tegenover de speer van de missionaris. Een keer onderdeel van het christendom verwaterde de traditie en won de commercie. Sinterklaas, de kerstman, een kerstboom, lieve cadeautjes en vuurwerk, het is allemaal onderdeel van hoe we nu de donkere dagen met zijn christelijke kerstfeest vieren.
In onze cultuur zijn we ons helemaal niet meer bewust van die natuurlijke elementen. De subtiele kenmerken van de verschillende kosmische en aardse krachten zijn verworden tot commerciële feesten. Maar hoe mooi zou het zijn om de feesten die we nu vieren te begeleiden met het fundament waar ze vandaan komen? Dat we ons eens verdiepen in hoe vroeger de Egyptenaren, Grieken, Maya’s, Azteken, Kelten, de Germanen en de Nedersaksen zich verhielden tot licht en donker, tot leven en dood als onderdeel van de cyclus van het leven.
Dan trekken we de feesten los van commercie en geven we ze hun échte traditionele afkomst terug. Is dat geen mooie basis om nog eens een keer na te denken over vuurwerk?